Het is al bijna mei en dan wordt schrijven op weerwoord voor mij net zo moeilijk als (natte) sneeuw of meer nog een kortdurend sneeuwdekje bij een augustuszonnetje. Als ik er desondanks aan denk een bericht te plaatsen of een antwoord op iemand te geven bemerk ik dezelfde naargeestige zurigheid van menig zomerliefhebber in hun winterberichten (sorry, het is niet anders). Altijd weer de verwachtingen willen tempereren of erger nog de hoop de bodem in willen slaan. Uit alle macht verzet ik mij ertegen en zoals de hardcore weerwoorder zal hebben opgemerkt: met succes.
Edoch een enkel artikel schrijven kan ik nog wel zonder bijbedoelingen, zeker als het om de - hoewel zeer verlate - uitwerking van de SSW gaat (plaatje 2). Dat wil ik jullie, maar vooral mezelf niet onthouden. In mijn meest recente artikel voor noodweer.be houd ik de tegenstellingen tussen de eerste en tweede helft van april tegen het licht, inclusief de warmere verrassing tegen het eind (zie plaaje 1). Helaas kan ik niet onverdeeld positief zijn over het weer komende mei, gelukkig is het ook maar een verwachting en hopelijk voor de Wims onder ons en voor de komende Zomermeeting heb ik het helemaal mis.
Oh ja, hier hou ik het voorlopig bij, een weerwoordbreak dus (afgezien alleen van mijn aanwezigheid bij de Zomermeeting van 25 mei).
De intro van mijn artikel:
Na de bijzonder zachte eerste helft van april volgde een koude, soms winters aandoende tweede helft. Alleen de laatste dagen zullen wat milder verlopen, twintigers zijn weer mogelijk. Hoe kunnen we deze maand april verklaren? Het antwoord kan gevonden worden in downwelling na de SSW van maart. Aan het slot wagen we een voorzichtige blik op wat mei ons gaat brengen.
