De grote koudegolf van 1987 werd vooraf gegaan door een periode van wisselvallig winterweer. Dooi en vorst wisselden elkaar af. Terwijl het in Rusland en Scandinaviƫ zeer koud is trekken storingen over ons land die de genoemde wisselvalligheid brengen. Wij kunnen nu op de archiefkaarten van WZ goed het poolhoog zien iets oostelijk van Nova Zembla, maar in de berichten van het KNMI en in mijn beleving was dat buiten beeld.
Zoals gezegd: storingen trokken over ons land waarbij aan de achterzijde de kou uit het noorden binnen sijpelde. Het KNMI heeft moeite om de verwachtingen van vorst of dooi op te stellen.
1 januari: Lichte dooi in de wintersportgebieden na de sneeuwval rond kerst. Het KNMI had voor zondag (4-1) eerst kou bij NO-wind aangekondigd. Dat is nu geschrapt uit de verwachting. Vanaf IJsland zal ons een depressie bereiken met W tot ZW wind, Daarachter stroomt koude lucht ons land binnen.
2 Januari: De strijd tussen zachte en koude lucht speelt zich boven ons land af. In het noorden valt sneeuw bij 0 tot -1, In het zuiden regen bij +7. De kou zal terrein winnen! Bij ons in het zuidwesten valt de kou binnen zonder sneeuw. In de avond vriest het licht.
- wordt vervolgd -
Groet
Cees
Quote selectie