Weten we het nog? Maart 1881

Bericht van: sebastiaan (bussum) , 05-01-2016 12:40 

Nadat het in januari zeer stevig had gevroren en veel sneeuw viel volgde een februari met nauwelijks vorst. Maar begin maart komt de winter weer volop terug! Een situatie die enigszins aan nu doet denken!

Een spannende setting met in het noordoosten van Europa een krachtig hoog waarbij koude lucht de noordelijke provincies bereikt maar zachte lucht tot het zuiden reikt. Op het raakvlak van deze twee verschillende soorten lucht komt het op uitgebreide schaal tot ijzel!

DE IJZEL OP DE SPOORWEGEN.
Aan de Nieuwe Rolt. Cour. wordt het volgende medegedeeld:
De ijzel, geholpen door hevigen wind, heeft Zaterdag groote schade aan de telegraaf hier te lande toegebracht en dientengevolge ook belemmering van het spoorwegverkeer doen ontstaan, waarvan voeral de middagtrein van Rotterdam naar Amsterdam het slachtoffer werd. Ten 3 ure van Rotterdam vertrekkende, moest men ten 4uure te Amsterdam aankomen en had zonder bezwaar ten 4 u. 10 m. Loenen bereikt, toen de links en rechts nederstortende telegraafpalen het voortzetten van de reis beletten. Men hield aan de laan van Loenen stil. Een heel eind verder, aan gene zijde van het station Loenen-Vreeland, stond op het linker spoor de van Amsterdam komende trein, met behulp van een drietal arbeiders — meer waren er niet beschikbaar — aan het werk om dat spoor van de draden en palen te zuiveren, waarin men na verloop van geruimen tijd mocht slagen. Die trein zette de reis voort, maar de van Rotterdam komende trein bracht het slechts tot aan' het station Loenen-Vreeland en was genoodzaakt daar te stoppen, vermits de eene paal na den anderen omviel of brak, totdat ten laatste tusschen Loenen-Vreeland en Abcoude het geheele materiaal van de telegraaf vernield was. De reizigers, wel meer dan honderd personen, moesten den trein verlaten; men had een goederentrein in den rug, die echter bij de laan van Loenen tijdig tot staan werd gebracht. Na verloop van een uur werd kennis gegeven, dat wie te Loenen- Vreeland zekerheidshalve wilde blijven, dat kon doen, maar dat de trein met de overigen eene poging zou wagen om zich er tot Abcoude doorheen te slaan. Aan dat voornemen is gevolg gegeven, maar na verloop van weinige minuten was men genoodzaakt op Loenen-Vreeland terug .-


Om hulp te telegrapheeren was onder dergelijke omstandigheden onmogelijk, daar er in alle richtingen contact was, hetgeen zeggen wil, dat de telegraafdraden in alle richtingen op en over elkander lagen, waardoor het seinen ondoenlijk was. Zóó bracht men te midden van regen, sneeuw en wind door tot 71/2 uur, toen het bericht kwam, dat men er in geslaagd was draden en palen naar den slootkant te werken. Men stapte weder in en met groote behoedzaamheid — de hoofdconducteur nam op de machine plaats — aanvaardde men in de duisternis den tocht, die gelukkig" zonder verder ongeval ten einde kon worden gebracht. Men had echter nog tweemaal oponthoud. Op eenigen afstand van Amsterdam kwam ten 8 ure dan toch eindelijk een locomotief opdagen om naarden trein te zoeken, dien men sinds half vijf vermiste, zonder te weten of hij al dan niet was verongelukt. Naar het oordeel der reizigers had men uit Amsterdam terstond hulp moeten zenden, hetgeen langs het linkerspoor, dat vrij was en waarlangs uit Amsterdam eerst ten 7 uur een trein behoefde te passeeren, met de trein verongelukt ware, dan zouden de gekwetsten tot in den laten avond hulpeloos zijn gebleven.

Men meende, dat het onverantwoordelijk was, dat men te Amsterdam geen vinger heeft verroerd om onderzoek te doen waar de trein bleef—, doch het kan ook wezen, dat men daartoe te Amsterdam met den besten wil buiten de mogelijkheid is geweest. De aangename verrassing verbeidde den reizigers, dat aan het station geen enkel huurrjjtuig aanwezig was, en buiten had de ijsel het verkeer voor voetgangers moeielijk en gevaarlijk gemaakt. Men strompelde zoo goed mogeljjk voort, elkander de Verzekering gevende, dat dit reisje lang zou heugen.




Zwarte, dreigende wolken worden soms uit alle hemelstreken nog door den dampkring, die ons omringt, heen gejaagd en ontbinden zich dan niet zelden in koude, somtijds met sneeuwvlokken vermengde regendroppelen of kletterenden hagel, die de ontspruitende grashalmen en de teedere bloemen, welke reeds de lagchende knopjes in den koesterenden zonneschijn ontsloten, met verwoesting dreigen; maar geen nood! achter die donkere wolken is de Lente geboren. Petronella Moens.

Weten we het nog? Maart 1881   ( 1882)
sebastiaan (bussum) -- 05-01-2016 12:40
Re : Weten we het nog? Maart 1881   ( 779)
Bart (Abcoude) -- 05-01-2016 13:01
Kan ik me niet herinneren   ( 781)
Theo (Nes Ameland) -- 05-01-2016 13:01
Re : Weten we het nog? Maart 1881   ( 617)
Jarno (Roosendaal) ( 2m) -- 05-01-2016 13:24