Die bomen zijn een deel van de wrijving (en daardoor veroorzaakte ruwheid) in het gebied. Ook de KNMI gebouwen, volkstuintjes etc spelen allemaal een aanzienlijke rol. Maar de bomen zeker ook. Maar let wel op: op heel veel plaatsen staan bomen binnen 200-300 m net als bij het KNMI hoofdkantoor. Daar zijn het er net een aantal meer.
Kijk eens naar de windsnelheid tussen Berkhout en IJmuiden. Bij Berkhout wordt de lucht aangevoerd over een grasvlakte, bij IJmuiden over water. Verschil toch gauw 3 m/s terwijl het gras maar 5 cm hoog is. Niet alleen obstakelhoogte is van belang. Ook de ruwheid van het oppervlak. Zoek eens op de term ruwheidslengte of het Engelse equivalent roughness length, bijvoorbeeld in Google.
Als je een hoge resolutie tijdserie hebt kan je de ruwheid afleiden uit de vlagerigheid van de wind. Dan zou je voor onstabiele omstandigheden de windsnelheid op blending height kunnen bepalen, de hoogte waarop variaties in het landoppervlak geen invloed meer hebben. Dan je vanaf daar met een theoretische ruwheid, van bv een ideaal grasveldje, weer terug naar waarnemingshoogte en heb je een soort 'potentiële wind'.
Ik zie zelf liever metingen die overeenkomen met de werkelijke omgeving, maar sommigen hier zien elke variatie als een foute meting.
Quote selectie