De afgelopen week is er op veel plaatsen een heleboel neerslag gevallen. In hoeverre neemt de extreme neerslag toe?
Ik kon de publicatie van het KNMI hierover niet meer terugvinden; in ieder geval Rob Sluijter heeft zich hierin verdiept.
Daarom het zelf maar eens uitgezocht. Ik ben uitgegaan van de 13 neerslagstations (of combinaties) met de langste meetseries, die mooi verdeeld over het land liggen, en die ook bij het KNMI gebruikt worden voor neerslagstatistiek. Dat zijn Axel/Westdorpe, De Bilt, Den Helder/ De Kooij, Groningen, Heerde, Hoofddorp, Hoorn NH, Kerkwerde, Oudenbosch, Roermond, Ter Apel, West Terschelling en Winterswijk.
Vervolgens heb ik gekeken hoe vaak er in periodes van 5 jaar op deze stations een grote hoeveelheid neerslag is gevallen, met drempels van 40, 50, 60, 70 mm per etmaal. De resultaten zijn als volgt:
Om een idee te krijgen van de kans dat een bepaalde neerslagsom op één bepaalde plek voorkomt kun je de waarde van de trendlijn door 65 delen (13 stations x 5 jaar). Voorbeeld: de huidige kans op 1 x in een jaar een neerslagsom van 40mm of meer op een willekeurige plaats is dan 24/65 = 37%. Ik heb niet gekeken hoe de kansen over het land verdeeld zijn.
Sinds 1906 zijn de extremen duidelijk toegenomen; de kans is in veel gevallen meer dan verdubbeld. Het valt wel op dat de statistiek grillig is, en vooral ook dat er in de 50-er jaren ook regelmatig grote sommen neerslag gemeten werden. Dit verschijnsel zal vast wel eens onderzocht zijn, maar ik weet niet welke verklaring daarbij gevonden is. Bij de recente toename wordt een verband gelegd met de opwarming/broeikaseffect.
Hier een exelltabel met nog meer gegevens, o.a. data per neerslagstation:
http://www.logboekweer.nl/Neerslagstations/Neerslagextremen.xlsx
De statistieken voor vlinders is precies omgekeerd, jaren tachtig tot begin jaren negentig zat 't nog goed, daarna is het bergafwaarts gegaan.
Dit zal toch wel één van de factoren zijn waarom vlinders het minder goed doen in deze eeuw.