Bij weinig wind is er vlak bij de grond een 'overshoot' ten opzichte van het droog-adiabatisch temperatuurverval van een graad per 100 meter. Hierdoor kan het op waarnemingshoogte 1 à 2°C warmer worden. Bij een doorstaande wind treedt meer menging op, waardoor dit effect grotendeels verdwijnt. Maar veel groter dan een graad wordt het verschil normaal gesproken niet, op anderhalve meter dan toch. vlak bij de grond zijn de verschillen tussen weinig of veel wind wel groter.
Dank.
Dat super-adiabatische effect was mij wel bekend, maar ik vroeg me af of dat zo veel verschil kan maken.
Voor de normale waarnemingshoogte noem je een graad. Het zal ook iets met de bodem van doen hebben. Denk aan Hoek van Holland waar in een duinpan altijd op een zonnige zomerdag hogere waarden worden gemeten dan je zou verwachten.
Overigens denk ik dat de wind juist in dit soort situaties van advectie van warmere lucht het maximum kan opjagen.
Groet
Cees