Klimaatvraag: Wordt het nou natter of droger door klimaatverandering?

Bericht van: sebastiaan (bussum) , 20-04-2019 11:45 

Ik ben erg te spreken over de serie artikelen op NU over het klimaat. De volgende in de reeks werd gisteren op het net gezet. In de onderstaande link kun je ook de eerder klimaatvragen zien 😉

https://www.nu.nl/weekend/5852649/klimaatvraag-wordt-het-nou-natter-of-droger-door-klimaatverandering.html

Toenemende droogte, stortbuien, hittegolven en juist afname van schaatswinters. Door klimaatverandering stijgt niet alleen de gemiddelde temperatuur, maar verandert extreem weer ook. En die veranderingen hebben vaak grotere gevolgen dan de verschuiving van het gemiddelde. Hoe zit dit precies? Dim Coumou van de Vrije Universiteit Amsterdam en Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI geven antwoord.

Coumou onderzoekt hoe klimaatverandering en extreem weer verband houden, waarbij hij onder meer kijkt naar veranderingen in de straalstroom (een wind op grote hoogte in de atmosfeer). Van Oldenborgh onderzoekt na afloop van extreme weersomstandigheden of en hoe die samenhangen met de mondiale klimaatverandering.

Wordt het natter of droger door klimaatverandering?

 

Het effect op hittegolven en koudegolven is simpel. Door de opwarmingworden hittegolven bijna overal heviger. Op veel plekken worden temperaturen bereikt die vroeger zo goed als onmogelijk waren. Koudegolven nemen juist af, maar dit is minder duidelijk omdat in de winter de variaties van jaar op jaar van nature heel groot zijn. Toch kunnen we ook dit meten, en merken: in Nederland krijgen we minder ijs en sneeuw. De kans op een Elfstedentocht is nu veel kleiner dan vroeger.

Hittegolven komen bijna overal vaker voor en worden ook heter. Er zijn een paar uitzonderingen: hittegolven nemen niet toe in een aantal gebieden waar tegenwoordig veel water wordt opgepompt voor de landbouw. Voorbeelden zijn de oostelijke helft van de Verenigde Staten en het noorden van India. Door verdamping van dat vocht blijft het er tijdens zomerhitte koeler en zijn de lokale hittegolven daar nog niet heter dan vroeger toen deze gebieden een stuk droger waren. Dit heet het Irrigation Cooling Effect.

Deze kaart laat de verandering van de hoogste temperatuur van het jaar zien, gemeten in officiële weerstations. De kleuren geven aan of de lokale hittegolven sneller of langzamer in temperatuur stijgen dan de wereldwijde opwarming. Op de meeste plaatsen op aarde worden hittegolven snel heter (oranje/rood). Er zijn een paar uitzonderingen, zoals de oostelijke helft van de VS (blauw). Dit komt door het Irrigation Cooling Effect. (Data: GHCN-D & KNMI Climate Explorer)

In ons gedeelte van Europa daarentegen neemt de temperatuur van hittegolven de laatste vijftig jaar sterk toe. De stijging is zelfs sneller dan we op basis van klimaatmodellen verwachten. We weten nog niet waar die extra snelle stijging door komt.

Deze kaart laat het omgekeerde zien: de verandering van de koudste dagen. Hier is het verband nog sterker: de gemiddelde koudste dagen worden vrijwel overal veel minder koud. (Data: GHCN-D & KNMI Climate Explorer)

Wordt het nou natter of droger?

In Nederland krijgen we steeds hevigere zomerbuien, en ook in de winter regent het harder. Die trend naar intensere buien zie je in grote delen van de wereld en komt doordat warmere lucht meer waterdamp kan vasthouden en dat regent er in een bui in één keer uit.

Dat is ook logisch: Franse onweersbuien zijn heviger dan Nederlandse, en ons weer gaat daar steeds meer op lijken. Frankrijk op zijn beurt krijgt meer tropische buien, die in korte tijd nog meer regen kunnen geven. We denken dat deze hevigere buien ook meer bliksem en hagel geven, maar de metingen zijn nog niet goed genoeg om dat te kunnen bevestigen.

Wordt het nou naast natter óók droger, zoals afgelopen zomer? Er is in Nederland nu nog geen trend naar droger zomerweer, maar in de toekomst verwachten we dat wel. Klimaatmodellen voorspellen dat de westenwinden in de zomer afzwakken, onder meer door de toenemende hitte in het Middellandse Zee-gebied en de afzwakking van de Golfstroom in de Atlantische Oceaan. Nederland krijgt hierdoor vaker met droge oostenwind te maken.

Ook de opwarming van het Noordpoolgebied kan daar een rol in spelen. Wellicht leidt deze verandering in weertypes tot meer langdurige periodes met droog zomerweer – zoals we in 2018 zagen – maar hoe dat precies zit, weten we nog niet.

Wat we wel weten is dat de droogte in 2018 in Nederland versterkt werd doordat er door de opwarming meer water verdampt. Droogte heeft dus niet alleen met de hoeveelheid regen te maken, maar ook met de stijging van de gemiddelde temperatuur. Dit effect speelt wereldwijd een rol. Elders zie je ook al meer droogte door afname in regenval: bijvoorbeeld rond de Middellandse Zee en bij Kaapstad in Zuid-Afrika. Maar dit verschilt sterk van gebied tot gebied. In Oost-Afrika bijvoorbeeld is er geen verandering waarneembaar, en in de Sahel neemt de kans op droogte mogelijk juist af.

Wereldwijd wordt een toename gemeten van het aantal record regendagen. (Bron: Lehmann et al, Climatic Change, 2015)

Zorgt klimaatverandering voor sterkere orkanen?

We zien bij Nederland weinig verandering in winterstormen boven zee. In de toekomst krijgen we in de herfst wel meer last van orkanen die veel noordelijker kunnen komen dan vroeger. Ze kunnen dan als intense herfststorm West-Europa treffen. Een voorbeeld was de orkaan Ophelia, die in 2017 met windkracht 12 in Ierland aan land kwam.

Klimaatverandering zorgt niet voor meer maar wel voor sterkere orkanen. We verwachten meer orkanen van de zwaarste categorieën 4 en 5 – en ook een sterke toename van de schade van deze zware orkanen. Dat komt omdat de meeste schade wordt veroorzaakt door water: regen en stormvloed. De hoeveelheid regen van orkanen neemt sterk toe. En door de zeespiegelstijging worden de stormvloeden ook hoger, wat het zeewater tijdens orkanen verder het land op brengt.

Vreemd genoeg nemen stormen boven land in sterkte af, maar dat heeft niets met klimaatverandering te maken. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door de verruwing van het landschap: meer hoge gebouwen, en elders in Europa meer bomen, remmen aan het oppervlak de wind af.

En hoe weten we dit nou allemaal?

Er zijn drie belangrijke pijlers voor onderzoek naar weersextremen. Ten eerste een goed begrip van de meteorologie en natuurkunde: hoe het weer werkt. Daarnaast de statistiek van waarnemingen: veel extremen vertonen een duidelijk stijgende trend.

Tot slot zijn er de klimaat- en weermodellen. Als de uitkomsten van alle drie deze pijlers in dezelfde richting wijzen hebben klimaatonderzoekers vertrouwen in de uitkomst. Voor sommige extremen is dat nog niet het geval. Dat geldt bijvoorbeeld voor tornado's, maar ook hagel en bliksem, en daarover wordt dus stevig gediscussieerd onder klimaatwetenschappers. Voor veel andere weersextremen is het inmiddels wel helder: die nemen toe door klimaatverandering. En dat bepaalt wereldwijd veel van de gevolgen.

Weerpropheet (rond 1850) Wat anderen ons ook vertellen. Van wat de toekomst in zich sluit; Wat zij van weer en wind voorspellen! ’t Is zelden dat het veel beduit. Hoe menig zulk een weerpropheet, Wiens prophetie reeds schipbreuk leedt. En toch kan ik het ook niet laten, Een blik te werpen in ’t verschiet, En over een saizoen te praten, Dat nog begrepen is in ’t niet. Dat als in ’t donker uitgestrekt, door dikke nevelen is bedekt.

Klimaatvraag: Wordt het nou natter of droger door klimaatverandering?   ( 769)
sebastiaan (bussum) -- 20-04-2019 11:45