Met het oog op de energietransitie moeten we steeds meer inzetten op energie van wind en zon.
Maar hoe is het aanbod verdeeld over de tijd, en hoeveel procent van de wind is nuttig te gebruiken? Het is erg moeilijk om aan cijfers hiervan te komen. Het CBS produceert cijfers van de totale hoeveelheid windenergie per jaar, maar omdat er steeds meer en steeds grotere windturbines bijkomen is het niet te zien wat precies de invloed van het weer is.
Veel producenten van windstroom lijken bovendien hun cijfers af te schermen uit overwegingen als gevoelige bedrijfsinformatie.
Daarnaast bestaat vaak de indruk dat er voor nieuwe windparken onrealistische opbrengsten worden voorgespiegeld. Het gerealiseerde rendement hangt af van de hoeveelheid wind, van de opstelling van de windturbines (ze kunnen elkaar ook in de weg staan) en van de bedrijfszekerheid (mankementen, onderhoud).
Om enig houvast te krijgen heb ik een overzicht gemaakt van de hoeveelheid 'nuttige wind' op basis van de metingen in Cabauw, en dit omgerekend naar 125 hoogte. Dit is de ashoogte van veel nieuwe windturbines. De gemiddelde hoeveelheid Nuttige Wind komt uit op 23,9%. Dit is 2095 ‘vollast-uren’ per jaar.
Aan de kust ligt het percentage veel hoger. De windsnelheden op normale meethoogte zijn daar zoals bekend veel hoger, maar het verticale windprofiel is minder stijl. Toch wijst een eerste snelle berekening er op dat de Nuttige wind te Vlieland zo'n 2,5 x zo groot is als in Cabauw. Dit geeft maar weer aan dat windturbines op zee veel efficienter kunnen worden ingezet dan op het land. Wel moeten er natuurlijk veel langere kabels worden gelegd. Met het oog op grondstoffengebruik is dat een nadeel.
www.logboekweer.nl/Wind/Berekening van de nuttige wind.pdf