Een bericht uit het FD van vanochtend. Abonnementhouders kunnen beter deze link gebruiken waar het bericht visueel een stuk aanstrekkelijker op staat.
JACHTTERREIN
· Investeerders zien belang van weerbedrijven groeien
· Klimaat en big data maken voorspellingen waardevol
· Nederlands MeteoGroup gaat op in Amerikaans DTN
Richard Smit
Utrecht
De naam MeteoGroup gaat verdwijnen. De commerciële concurrent van het KNMI, in 1986 als Meteo Consult opgericht door tv-weerman Harry Otten, is eind november in stilte samengegaan met het Amerikaanse weerbedrijf DTN, dat zijn Europese branchegenoot vorig jaar kocht.
Weerdiensten zijn een gewilde prooi voor investeerders, nu klimaatverandering de vraag bij bedrijven naar weerwaarschuwingen aanwakkert. Het weer is big business. Energiebedrijven zoals Shell, containerbedrijf Maersk, de BBC en boeren betalen goed voor dure abonnementen om voorbereid te zijn op hitte, stormen of juist windstille perioden.
MeteoGroup is bij het Nederlandse publiek bekend van weermannen zoals John Bernard en Reinier van den Berg. De meteorologen en andere werknemers zijn net verhuisd vanuit Wageningen naar het nieuwe Europese hoofdkantoor van DTN in het Utrechtse Papendorp, nog geen tien kilometer van het KNMI.
Hier is geen weerstation te zien, alleen maar rijen flikkerende beeldschermen met weerkaarten van de hele wereld, satellietbeelden en temperatuuroverzichten. De meteorologen halen er inzichten uit, zodat duizenden schepen en vliegtuigen energieverslindend turbulent weer op de wereldzeeën kunnen vermijden, boeren hun gewassen kunnen beschermen en energiemaatschappijen stroomuitval voorkomen.
'Bedrijven baseren belangrijke beslissingen op onze voorspellingen', zegt meteoroloog Mike Eilts. De Amerikaan werd vicepresident weer bij DTN, nadat hij zijn eigen weerbedrijf een jaar geleden aan het bedrijf had verkocht. 'Als een fabriek een halve dag stilligt omdat een machineonderdeel later komt door een storm, kan dat miljoenen kosten.'
Energiebedrijven willen weten of er risico is op ijsschade aan de stroomkabels en of er voldoende wind of zon is om stroomuitval te voorkomen. Een tyfoon in de Stille Oceaan kan het weer hier beïnvloeden en zo gevolgen hebben voor modeketens, die niet meer inkopen voor een heel seizoen, maar meesurfen op trends.
Geen wonder dat de weermarkt jachtterrein is geworden voor investeerders. 'De markt zit beslist in een consolidatiefase', zegt Eilts. De Zwitserse investeringsmaatschappij TBG kocht DNT twee jaar geleden voor naar verluidt $900 mln van het Franse Schneider Electric.
De overname van MeteoGroup maakt DTN het grootste private weerbedrijf ter wereld. Inclusief honderd meteorologen van Meteo heeft het bedrijf nu meer dan tweehonderd weerdeskundigen in dienst. Met de overname komen ook meer dan tienduizend meetstations mee, zodat 's werelds grootste private observatienetwerk ontstaat.
De bekende presentatoren van MeteoGroup die weerpraatjes houden, komen niet in Amerikaanse dienst. De mediatak van het bedrijf, inclusief het platform Weer.nl, is verkocht aan Talpa Network. Dat had eerder al de veelgebruikte weerapp Buienradar gekocht, en werkt aan nieuwe weerprogramma's. De meteorologen van MeteoGroup gaan werken vanuit Hilversum.
DTN, afkomstig uit de Amerikaanse staat Minnesota, heeft nu in één keer stevig voet aan de grond in Europa, zegt Eilts. De bedrijven vullen elkaar volgens hem ook aan. MeteoGroup bijvoorbeeld heeft veel klanten in de scheepvaart en de olie- en gaswinning in de Noordzee. DTN doet op zijn beurt veel werk in de Golf van Mexico.
DTN concurreert met het Noorse StormGeo, dat met de hulp van investeerders overnames doet over de hele wereld. Een andere concurrent is IBM, dat in 2016 het weer ontdekte als big business. Het betaalde ruim $2 mrd voor The Weather Company en The Weather Channel, en gebruikt zijn supercomputers om voor bedrijven en overheden weergegevens te verwerken tot bruikbare voorspellingen.
Weerdiensten hebben op verschillende manieren de wind in de rug. Door klimaatveranderingen worden orkanen heviger en ontstaan meer bosbranden en overstromingen, wat de vraag naar voorspellingen aanwakkert. Bovendien worden de voorspellingen beter door nauwkeurigere modellen en omdat de laatste jaren veel meer goedkope sensoren weergegevens registreren.
BOORPLATFORM ONTRUIMEN
Alleen DTN gebruikt er al zeventigduizend. Die sensoren zitten op schepen, in het wegdek, shovels, telefoons en auto's, vertelt Eilts. 'Het is al zo dat auto's het doorgeven als de ruitenwissers in beweging komen.' Al die data maken de inzichten specifieker. 'We kunnen nu zeggen dat de storm om drie uur begint en wanneer die ophoudt. We kunnen nu betrouwbare prognoses doen tot 36 uur.'
Voor sommige bedrijven zijn voorspellingen voor tien tot vijftien dagen van belang. Een bedrijf zoals Shell heeft nogal wat tijd nodig om bij dreigend noodweer een boorplatform te ontruimen en te vertrekken.
Naast dit soort miljoenenbedrijven willen ook mediabedrijven, boeren, duivensporters, een golfclub of festivalorganisatoren gewaarschuwd worden voor een onverwachte weersverandering.
De vraag naar weersinformatie is volgens MeteoGroup vorig jaar met een kwart toegenomen, maar de concurrentie ook. 'Er zijn nog een hoop lokale spelers, waarvan sommige geld verdienen en andere niet', zegt Eilts. Voor de vorige eigenaar, de Amerikaanse investeringsmaatschappij General Atlantic, was MeteoGroup geen lucratieve investering. 'Het bedrijf heeft onder GA een stevige reorganisatie ondergaan', erkent de DTN-man, maar hij verwacht niet dat extra maatregelen nodig zijn.
Voor ruwe weergegevens staan de prijzen onder druk. 'Daarom leveren we niet alleen weergegevens, maar ook voorspellingen over de gevolgen hiervan waarmee bedrijven uit de voeten kunnen', zegt Eilts. 'Niet dat er morgen twee centimeter sneeuw valt, maar dat vijfduizend klanten zonder stroom kunnen komen te zitten. We hebben tweehonderd voorspellers in dienst die bedrijven kunnen bellen als ze voor beslissingen staan. Komt die storm over twee of over vier uur?'
Slag om markt
Weinig is zo veelbesproken als het weer. Behalve op de commerciële markt richten weerbedrijven zich daarom ook op de consumentenmarkt voor weersvoorspellingen. In Nederland grijpen de meeste mensen al snel naar Buienradar, maar het aanbod aan weerapps is enorm. De website DroidApp doet elk jaar onderzoek naar de kwaliteit van die apps, want daarover wordt net zoveel geklaagd als over het weer zelf. De app van het KNMI, het nationale weerinstituut, is niet de gebruiksvriendelijkste. Maar de voorspellingen van de KNMI-app waren in 2019 het best, die van het eveneens Nederlandse Weerplaza het minst accuraat. Wie per uur wilde weten of het ging regenen was het beste af met Buitenradar. Per dag scoorde de WeatherPro-app van MeteoGroup beter. Dat verdient geld met advertenties en betaalde functies. Bij Weeronline kun je, net als bij Buienradar of het buitenlandse AccuWeather, tegen betaling van storende advertenties afkomen. Het Scandinavische Klara en het van oorsprong Duitse Weer & Radar waren ook vrij betrouwbaar.