En ook ik moest meteen aan Klazien denken.
Ik denk ineens aan Klazien uut Zalk.
( 263)
Ik denk ineens aan Klazien uut Zalk.
( 226)
En ook ik moest meteen aan Klazien denken.
En ook ik moest meteen aan Klazien denken.
( 210)
En ook ik moest meteen aan Klazien denken.
( 234)