Ook in de jaren 30 had je een cluster met slappe winters.
In tegenstelling tot de jaren 1910-19 (op schroeizomers 1911, 1912 en 1917 (gedeeltelijk) na) had men toen ook goede zomers (op 1931 na).
Al waren er qua zomers geen uitschieters zoals 1911, 1947 of 1976.