Van de site Frank's weer. https://frank62weer.com/winter-1979/
Weet u nog waar u was op 30 december 1978?
Dat deze winter (de laatste met een koudegetal >200) met veel sneeuw gepaard ging, vooral in het noorden van het land, dat weet iedereen. Maar de aanvang van deze winter was nog sensationeler.
Wat vooraf ging/ de rol van ligging van hogedrukgebieden
Al in november was het met tijd en wijle al fris: er waren 7 nachten met lichte vorst en het koudegetal was 4,6. Op 28 november ontstond er boven noordelijk Scandinavië een hogedrukgebied die zich de dagen daarna ontwikkelde tot een krachtig hogedrukgebied. Met een noordoosten wind werd koude lucht naar Nederland gevoerd. Meestal zijn zulke ‘speldenprikken’ een voorbode voor mogelijk koude perioden in de winter.
December deed vooraf aan de koude inval eind december al van zich spreken. Vanaf 1 tot 7 december vroor het ’s nachts (tot -5,4° , er waren 3 ijsdagen. Daarna trad de dooi in, maar hogedrukgebieden konden zich handhaven boven Groenland en Noord-Europa met als gevolg dat het opnieuw koud was vanaf 17 tot 23 december. ’s Nachts vroor het tot -8,4°, op de 18e bleef het 4 graden vriezen, er waren 4 ijsdagen. In totaal vielen er ongeveer op 6 dagen sneeuwval te noteren en was het koudegetal in De Bilt over de eerste 23 dagen van december 29,4. Veel winters uit de 21e eeuw komen daar niet eens aan. Over de periode 2001 / 2020 zijn dat er al 10!
Net met en rondom de Kerst was het bij ons somber en zacht waarbij het veel regende, omdat een depressie net ten zuidwesten van Ierland ons weer nog wist te bepalen, terwijl in Scandinavië de temperatuur al begon te dalen.
Periode 27-28 december
Tussen een lagedrukgebied boven Scandinavië dat naar het oosten trok en het hogedrukgebied dat nog steeds boven Groenland lag werd met een noordelijke stroming zeer koude lucht richting Scandinavië gevoerd. Hiermee werd de start gemaakt van een van de meest interessante weersituaties van de afgelopen 100 jaar.
In Scandinavië, maar ook in Finland en Rusland is het bitterkoud. Wij schrijven 28 december: Helsinki meldt -24° en Kinguisepp, op de grens met Estland, -39°. De vorstgrens ligt nog steeds over Denemarken en ook in het noorden van Schotland vriest het dan al.
De vorst inval op 30 december / start koudegolf:
Op 29 december 1978 is het nog zacht met 11° en er viel regen. In Denemarken sneeuwt het dan stevig. Omdat de luchtdruk stijgt boven Scandinavië wordt er zeer koude lucht richting west Europa getransporteerd. Deze wordt echter eerst nog afgesneden, mede door een laag te westen van Ierland, en kan daardoor Nederland nog niet bereiken. Maar de kou werd zodoende wel ‘opgeslagen’. In Denemarken en Noord Duitsland raakt men al ingesneeuwd en het vriest daar op de 29e 7 à 10 graden.
Jan Pelleboer en Hans de Jong zijn allebei volledig overtuigd van de vorstinval. Omdat de kern van een laag vanuit Polen “afzakt naar het zuiden”, draait de wind van zuidwest naar noordoost en neemt deze sterk in kracht toe. Met als gevolg een zeer sterke daling van de temperatuur in zeer korte termijn. Je kon de temperatuur op je thermometer gewoon zien dalen! De regen ging direct over in sneeuw, vooral in het noorden van het land.
In de ochtend van 30 december liggen de temperaturen nog ver uit elkaar: in Groningen en Friesland vriest het 8 graden terwijl het in Limburg nog 8 graden boven nul is. In het noorden ligt er dan al een flink pak sneeuw die door de wind tot sneeuwduinen leidt.
In de ochtend van 30 december begint ook in het zuiden van het land de temperatuur snel te dalen. Om 14 uur van deze dag heerst koning winter in het gehele land.
Het vorstgebied in Europa is op de 30e een stuk groter geworden. Ik hoor Hans de Jong nog zeggen: ‘De Beer is los’. De vorstgrens loopt van noord Frankrijk over Luxemburg naar Tsjechië. Om 13.00 uur is het in Noord Duitsland –8° tot –14°, in Warschau –18°, in Moskou –33° en in Noord Rusland –40°. Zweden noteerde op de 30e bijna -49° en op 1 januari in Svealand -46°.
Op 31 december liggen de maximum temperaturen in Nederland op een gegeven moment zelfs tussen -6° en -13°, wat zeer koud is voor Nederland. Het is een sensationele daling van temperatuur, die zich binnen 24 uur voltrok. In het oosten van het land, in Twente, staat het kwik om één uur in de middag op -15°! In de loop van de middag wordt het zelfs -15,7°. Ook weerstation Losser (Johan Effing) meldt op de 31e -15,7°.
Grafiek van Haarlem (eigen metingen) en De Bilt – December 1978 naar Januari 1979
Het vroor een week ’s nachts (zeer) streng, maar mede door de vele sneeuw kwam er niet veel van schaatsen.
Dinsdag 2 januari 1979 was voor veel weer liefhebbers één van de meest interessante dagen op weergebied. Deze verliep met zware sneeuwval en zeer sterke temperatuurschommelingen door een Polar Low dat via Schotland de Noordzee optrok. Op grotere hoogte was er zeer koude lucht aanwezig, op het 500 hPa vlak daalde de temperatuur tot onder de -42°. Deze koude lucht trok over het relatieve warme zeewater en zorgde ervoor dat het lagedrukgebied sterk activeerde. In Noord Holland begon het al vroeg in de ochtend te sneeuwen bij een temperatuur van -7°. Het sneeuwde zo hard dat in de loop van de middag al het verkeer in het noorden van Noord-Holland onmogelijk geworden was. In Noord-Holland viel tussen de 15 en 35 centimeter verse sneeuw. De kern van het Polar Low volgde een baan via Rotterdam en Gilze Rijen naar het zuidoosten, zodat ten zuiden van deze lijn de temperatuur tijdelijk even boven nul kwam. Op 8 januari zette algehele dooi in, maar vanaf 14 januari t/m 29 januari vroor het opnieuw stevig. In die periode kon er enkele dagen op straat geschaatst worden, omdat het een dag regende met temperaturen onder nul.
Van 14 t/m 22 februari 1979 vroor het opnieuw. Deze periode startte op 14 februari met veel sneeuw en sneeuwjachten, vooral in het noorden van het land. Het leger moest ingezet worden om sneeuw te ruimen.
Verslagen over 14 februari – site van Meteolink: De Valentijnsdag van 1979 zal men in vooral het noorden van het land niet snel vergeten. Het begon allemaal door een depressie in het Kanaal. Als tegenhanger fungeerde een krachtig hogedrukgebied boven Scandinavië. Dat systeem pompte juist ijzige lucht naar het zuiden. Door toename van de luchtdrukverschillen in onze omgeving stak er in de avond en nacht naar de 14e al een bulderende noordooster op.
Weerman Hans de Jong (aparte link naar en over Hans) schreef in het dagblad Trouw op 15 februari het volgende (iets ingekort door mij): ‘Het weer is in Nederland gisteren zeer uitzonderlijk geweest en vooral erg contrastrijk. In Zoetermeer was iets van een vleugje lente te voelen bij een heerlijk zonnetje. Dat was een groot contrast met Uithuizermeeden waar het -1,5° was. Daar woedde een sneeuwstorm met een windkracht van 7 à 8 uit het noordoosten. Er werden in korte tijd al snel “duinen” tot 30 cm hoogte gevormd. Die kou-inval betekende de ouverture tot een markant winteroffensief dat zich vandaag (15 februari) over het hele land zal uitbreiden. De regen zal overgaan in sneeuw’.
Op de 14e februari ontstonden er in de loop van de dag steeds meer problemen in een strook globaal ten noorden van de lijn Enkhuizen-Lelystad-Zwolle-Emmen. Verkeer was nagenoeg niet meer mogelijk. Het ergste moest nog komen. Op de 15e breidde de sneeuw zich verder naar het zuiden uit en door de aanhoudende noordoostenwind raakten steeds meer dorpen in het noorden van de buitenwereld afgesneden. Er zijn dan sneeuwduinen van 3 tot 6 meter hoogte! Mede hierdoor viel de stroom in veel gebieden uit. Een dergelijke dag zou heden ten dage tot ernstige samenlevingsbedreigende situaties leiden, gewoonweg omdat we dergelijke toestanden niet meer gewend zijn. Of zo’n situatie nog eens voor gaat komen, wie zal het zeggen, maar de winter van 1979 is tot op heden de laatste echt koude winter.
Op 2 mei viel er overigens ook nog veel sneeuw, waarbij het zelfs tot kleine sneeuwduintjes kwam. De lente van 1979 was dan ook erg fris met 8° (de norm 2010 is 9,5°, zie ook onderstaande grafiek. De lente van 1979 is trouwens de natste sinds de metingen, met 310 mm.
Afwijkend 25 daags-voortschrijdend gemiddelde van de temperatuur: verloop van de winter en lente van 1979 vergeleken met de ‘norm 2010’