Het is niet best gesteld met klimaatsverandering. Hier worden de zomers steeds droger en het ijs op de noordpool smelt steeds harder. Maar toch, beide lijken niet gelijktijdig voor te komen.
Juist van vanwege de heersende hogedruk op de gematigde en zuidelijkere streken is de stroming deze zomer op hogere breedtegraad sterker met daarbij een compactere poolwervel. In het Arctische gebied is het ook zacht maar vanwege de lagedruk overheerst daar de bewolking. Gevolg is dat de afsmelt van zee-ijs geringer is dan in andere jaren. Vooral de combinaties van Eurohogen en met koude lucht gevulde lagedruk rondom Groenland zie je vaker in droge zomers in Nederland.
Wanneer, echter, de stroming in polaire streken zwakker en geblokkeerd is lopen depressies vast ten zuiden daarvan, bijvoorbeeld in onze omgeving. De straalstroom kronkelt op lagere breedtegraad oostwaarts. Je ziet vaak dat bij hogedruk in de regio Canada en Groenland lagedruk boven West-Europa de dienst uitmaakt. Dan hebben we een natte, verregende zomer. Omdat de op hogere breedte oostenwinden waaien blijven depressies boven hetzelfde gebied rondtollen met veel neerslag tot gevolg.
Dus mocht je je zorgen maken over de hitte en droogte hier dan is het misschien geruststellend dat het arctisch zee-ijs minder hard smelt.
Hieronder de ijsbedekking van deze zomer vergeleken met enkele andere droge zomers in Nederland. Het gaat vrij gelijk zelfs met 2009. In 2019 was er wel duidelijk meer smelt. Bij de natte zomers is de afsmelt meestal groter ook al zijn dit zomers van meer dan 10 jaar terug.
