Omdat de reacties nog steeds positief zijn (waarvoor hartelijk dank) en er genoeg gletsjers op de plank liggen ga ik gestaag door met deze reeks. Vandaag: de Þorisjökull.

Vanuit de IJslandse hoofdstad Reykjavik is de Þorisjökull de meest nabije gletsjer. Deze schildgletsjer ligt op een hoge solitaire berg en is slechts zeventig kilometer van de hoofdstad gelegen. Althans, hemelsbreed. De lastige route erheen maakt dat de gletsjer weinig bezocht wordt.
Onder: Route naar de Þorisjökull, juli 2023.

Om er te komen moet door het Kaldidalur gereisd worden; een hoog, koud en winderig dal tussen gletsjers in het oosten en de Ok-vulkaan in het westen. De Ok heette ook wel Okjökull, want de top lag ooit onder een vijftien vierkante kilometer grote gletsjer. Dat liep terug tot een paar vierkante kilometer eind twintigste eeuw en in 2014 was er geen gletsjer meer over.
Onder: Kaldadalsvegur (weg F550) met op de achtergrond de Þorisjökull, juli 2023.

Ter herinnering aan de verdwenen gletsjer is in 2019 op de top van Ok een plaquette geplaatst met de tekst (vertaald): “Ok is de eerste IJslandse gletsjer die verdwenen is. In de komende 200 jaar zullen naar verwachting al onze gletsjer hetzelfde pad volgen. Dit monument is opgericht om te onderkennen dat wij weten wat gaande is en wat gedaan moet worden. Alleen jij weet of we dat deden.''
Onder: De westelijke uitloper van Þorisjökull met de Ok op de achtergrond, juli 2023.

Net als de Eiríksjökull is de Þorisjökull een tafelberg, hoog genoeg om een gletsjer te herbergen. In het noorden stromen drie gletsjertongen omlaag, elk een paar kilometer lang. Met een steile ijsval vallen ze van de berg, om onderaan vlak uit te lopen.
Onder: IJsval van Þorisjökull (middelste uitloper), juli 2023.

Tot op heden heeft niemand de moeite genomen om de uitlopers van een naam te voorzien. En nu de gletsjers gestaag slinken is dat ook steeds minder zinvol. Om ze toch van elkaar te onderscheiden heten ze hier oost, midden en west.
Onder: Þorisjökull met de drie noordelijke uitlopers in 2019. Bron: map.is/loftmyndir.

De oostelijke gletsjer is met drie kilometer de grootste. Behalve langer, is hij vooral breder dan de andere twee. Zijn tong vouwt zich om een in de weg staande berg heen. Behalve dat het een mooi gezicht is, is op de flanken van de berg ook duidelijk te zien hoeveel hoger de gletsjer vroeger kwam.
Onder: De tong van de oostelijke gletsjer met op de achtergrond de Langjökull. Op de berg in het midden illustreert de donkere rand de voormalige hoogte van het ijs, juli 2023.

Ook de middelste uitloper heeft z'n sporen nagelaten in het landschap. Toen de gletsjer eind negentiende eeuw dubbel zo lang was als de hedendaagse twee kilometer vormde hij een mooie halfronde eindmorene in het dal en scherpe rand op de berghelling.
Onder: De middelste uitloper (uiterst links) met onbegroeid voorland, recent onder het ijs vandaan gekomen. De oude eindmorene is vaag in het dal linksboven te zien, net onder de wolken. Op de berghelling laat een schuine rand de ijshoogte zien, juli 2023.

Onder: De middelste tong met ijsval, juli 2023.


De westelijke tong heeft natuurlijk eenzelfde geschiedenis. Inmiddels ligt er een ruime kilometer tussen de huidige gletsjer en z'n maximum, met halverwege een morene die een tussentijdse fase van groei markeert.
Onder: De westelijke uitloper, juli 2023.

Het smeltwater van de gletsjers stroomt westwaarts het Kaldidalur in. Onderweg is de bodem echter zo zandig, dat veel water wegzijgt. Verderop verzamelt het water zich achter een kaarsrechte muur van een oud lavaveld en vormt azuurblauwe meren.
Aan smeltwater voorlopig geen gebrek.
Onder: Meer met smeltwater van de Þorisjökull, juli 2023. De oever bestaat uit drijfzand.

Zie voor eerdere afleveringen gletsjergeheugen of zoek in het weerwoordarchief op ''gletsjers van ijsland''.