De gemiddelde temperatuur en de hoeveelheid vorst. Uiteraard is er een zeker verband tussen die twee, maar niet automatisch. Denk maar aan de winter van 2012, die extreem zacht verliep, met uitzondering van de periode tussen 30 januari en 12 februari, die juist extreem koud verliep. Volgens de statistieken was dit over het geheel een 'normale' winter, maar in werkelijkheid was het één van de meest bijzondere winters in meer dan 100 jaar tijd, juist vanwege dat verloop, met recht een geval van 'hollen of stilstaan'.
Aan de andere kant kan een vrij koude kwakkelwinter, waarin het nooit écht zacht wordt, maar de vorst ook nimmer doorzet, toch een relatief laag Hellmanngetal en vorstsom scoren.
En hoe je ook vergelijkt, als het klimaat flink verandert (wat nu het geval lijkt te zijn) dan zal ieder lijstje over welke periode dan ook, een scheef beeld geven als we het weer van 'nu' willen vergelijken met dat van, pakweg, 40 tot 80 jaar geleden.
Je zegt het nu ook zelf: het weer van 'nu' vergelijken we met de afgelopen 30 jaar, in dit geval dus met de jaren 1991-2020. Dat zouden we dus ook met de Hellmannen en vorstsommen van de winters kunnen doen, wat overigens niet betekent dat de we de winters van de 20e eeuw die 150 tot ruim 300 Hellmannpunten scoorden, daardoor dus 'vergeten'.
Quote selectie
( 358)
( 290)
( 240)
( 241)
( 190)
( 218)
( 158)
( 181)
( 169)
( 156)