Een van de ideëen die ik vooraf had was om oude foto's van IJslandse gletsjers na te maken. Helaas hebben de IJslandse archieven een hoge betaalmuur opgetuigd en dus moest ik het doen met printscreentjes en geschraap op het internet. De lage kwaliteit van het aldus verkregen materiaal maakte het extra lastig om de juiste plek te vinden. Nog erger werd het wanneer de telefoon leeg raakte en ik mijn toevlucht moest nemen tot de fotocamera: een foto van een printscreen op een schermpje. De euforie was dan wel des te groter als het landschap zich plotseling voegde naar de foto, zoals onderaan dit verhaal. Ik hoop zulke vergelijkingen de komende verhalen vaker toe te kunnen voegen.

De Lambatungnajökull is een gletsjer in het zuidoosten van IJsland. Hij ligt in het Skyndidalur, een nauw dal tussen steile bergflanken. Vanaf het hoogste punt (Goðahnjúkar, circa 1500 meter) stroomt de gletsjer over een lengte van veertien kilometer omlaag naar 200 meter. Daar eindigt de gletsjer in een chaos van ijs, water en sediment.

Satellietbeeld van de oostkant van Vatnajökull, september 2022. Bron: Sentinel-2 via dataspace.copernicus.eu.

Lambatungnajökull, augustus 2023.
Uit het dynamische samenspel van ijs, water en sediment ontstaat een zogenaamde kame en kettle-topografie: een landschap van despressies en heuvels gevormd door het samenspel van dooiend ijs en aanvoer van sediment. Waar zand, grint en stenen zich verzamelen in een laagte in het ijs, blijft na het wegsmelten van het ijs een heuvel over. Het omgekeerde gebeurt als een blok ijs omringt is door sediment: daar blijft nadat het blok gesmolten is juist een laagte achter.

De Lambatungnajökull met kame en kettle-topografie in het Skyndidalur, augustus 2023.


Tegenwoordig is het uiteinde van de gletsjer rond en glad, maar vroeger moet de tong veel gescheurder zijn geweest. Dat valt af te leiden uit een serie zaagtandvormige morenes die anderhalve kilometer vóór de gletsjer ligt. Die zijn in de eerste helft van de twintigste eeuw gevormd, toen de Lambatungnajökull in een breder deel van het dal uitkwam. Als een gletsjer vanuit een smal dal breder uit kan waaien, ontstaan er radiale crevassen in het ijs vanwege de divergerende stroom. Daartussen hoopt sediment op, wat na smelt van het ijs zaagtandvormige morenes geeft.

Luchtfoto's van de Lambatungnajökull uit 1945, 1967 en 1982 (het westen is boven). Naarmate de tong in het smallere deel komt te liggen wordt hij gladder. Bron: Bradwell et al. (2006): The Little Ice Age glacier maximum in Icelande: vidence from Lambatungnajökull.

Hogergelegen deel van de Lambatungnajökull, augustus 2023.
De oudere geschiedenis van de Lambatungnajökull is veel beter te reconstrueren dan die van naburige gletsjers. Dat komt door de gelukkige omstandigheid dat de gletsjer in het verleden niet alleen rechtdoor naar het Skyndidalur stroomde, maar aan de zuidkant ook over een pas het Hoffelsdalur instak. Nadat de Lambatungnajökull zich uit het Hoffelsdalur terugtrok zijn de daar gevormde morenes nooit aangetast door smeltwater, want het gletsjerwater bleef in het Skyndidalur. Daardoor zijn geomorfologische bewijzen van historische gletsjeromvang in het Hoffelsdalur veel beter bewaard gebleven.

Lambatungnajökull met een morene uit ±1854 op de voorgrond, augustus 2023.

Luchtopname van de Lambatungnajökull in augustus 2023 met geprojecteerde gletsjeromvang rond 1850.
De geoloog Tom Bradwell heeft dankbaar gebruik gemaakt van de goed bewaarde morenes om een relatief lange periode van 250 jaar gletsjergeschiedenis te ontrafelen. Aan de hand van de grootte van korstmossen en hun groeisnelheid (ongeveer een halve millimeter per jaar) concludeerde hij dat de Lambatungnajökull tegen het einde van de achttiende eeuw op z'n grootst was. Hij staafde zijn berekeningen met tussenliggende bodemmomsters, die te dateren waren door aslagen van bekende vulkaanuitbarstingen. Uit oude schriftelijke bronnen blijkt verder dan de gletsjer gedurende de zeventiende eeuw groeide.

Lengteverandering (in km) van de Lambatungnajökull in de periode 1650-2021 ten opzichte van 1945. De periode tot ±1780 is geschat. Bron: Bradwell et al., 2006 met toevoeging voor de periode 2000-2021 o.b.v. Google Earth 2002 en data islenkirjoklar voor de jaren 2008-2021.

Luchtopname van de Lambatungnajökull, augustus 2023.
De enorme omvang van de Lambatungnajökull rond 1800 is goeddeels ongemerkt voorbijgegaan. De gletsjer is moeilijk te bereiken en er lagen geen boerderijen in de buurt. De enige mensen die er iets merkten van de grote gletsjer waren schapenboeren uit Hoffell, die hun dieren 's zomers in de bergen lieten grazen. Doordat het ijs het Hoffellsdalur instroomde was de toegang tot sommige weides vanaf ongeveer 1650 geblokkeerd. Dat duurde tot 1937. In de tussentijd had niemand echt een reden om naar de gletsjer te komen. Het duurde zelfs tot 1938 voordat de eerste redelijke kaart van het gebied werd gemaakt. Sindsdien is de aandacht voor de Lambatungnajökull flink toegenomen en blijft geen verandering onopgemerkt.

Het Hoffellsdalur richting de Lambatungnajökull, augustus 2023. Tot ongeveer 1938 was de gletsjer aan het einde van het dal zichtbaar.


Lambatungnajökull in 1937 (boven, Steinþór Sigurðsson) en 2023. Zie voor overlappende foto's de site.
In deze uithoek van IJslands grootste ijskap kom de Lambatungnajökull lange tijd ongemerkt meebewegen met het klimaat. De laatste tientallen jaren is de aandacht flink toegenomen en blijft geen verandering onopgemerkt. Dat belooft wat voor de toekomst.

De Lambatungnajökull gezien vanaf de Fossdalshnúta, augustus 2023.

De Lambatungnajökull gezien vanaf de Fossdalshnúta, augustus 2023.

Het Hoffellsdalur, augustus 2023.
Zie voor alle verhalen de site gletsjergeheugen.wordpress.com (die bijna aan z'n gratis limiet van 1GB is...)