Omdat er op veel plaatsen in de Benelux sneeuw valt deze week, inclusief de vorming van een sneeuwdek(je), leek het me gepast om wat dieper op de natuurkunde van de sneeuw in te gaan, met de nadruk op de eigenschappen van het sneeuwdek en de duurzaamheid ervan. Voor één keer alles eens op een rijtje: de invloed van temperatuur en wind op de accumulatie van de sneeuw (met dank aan een bericht van Ben Lankamp), verder zo'n beetje alles wat komt kijken bij de houdbaarheid of smelt van een sneeuwdek. De temperatuur vanzelfsprekend met een cruciale rol voor het dauwpunt, de destructieve werking van regenval met een belangrijke voetnoot, de stralingshuishouding en de bodemtemperatuur, en last but not least de samenstelling van het sneeuwdek zelf, met name de dichtheid van de sneeuw. We sluiten voor de volledigheid af met de factor sublimatie, die helaas in het moderne klimaat een zeer bescheiden rol speelt maar toevallig vorige week maandag wel van belang was.
Het hele artikel is te lezen op noodweer.be, daarin ook verscheidene voorbeelden uit het verleden om een en ander toe te lichten en ook om het een beetje te 'verluchtigen'. Vooral frappant vind ik zelf de anekdote uit 1845, de beruchte maart toen er in Friesland een pak sneeuw lag en door de instraling van de maartzon de bovenzijde dermate verijste dat men er zonder erdoorheen te zakken op kon lopen.
Het volledige artikel De natuurkunde van de sneeuwval en het sneeuwdek nogmaals is te lezen op noodweer.be.