Dit geldt niet alleen voor Huizen, maar ook voor Doetinchem, Lomm, Londerzeel en Veurne, om maar een paar plaatsen verspreid over het gebied te noemen. Ook in Wiltz trouwens. De oorzaak is simpel: zo'n zware neerslagkern heeft een doorsnede van hooguit een paar kilometer. De Benelux beslaat een gebied van ruwweg 200 bij 300 kilometer, dat is in beide richtingen grofweg 100 keer zo veel. Zo'n buienkern beslaat dus een tienduizendste van het oppervlak. En als er dan in het hele gebied een stuk of tien van die kernen voorkomen, dan komt dat - bij een gelijkmatige verdeling - slechts voor in één van duizend situaties! Als je een plaats vlakbij nog meetelt gaat dit omhoog naar eens per honderd, wat nog altijd ervaren wordt als 'nooit'. Dus 'blijft de bui hangen bij de rivier', of 'komt de bui de heuvelrug niet over'.
Quote selectie
( 117)