Mysterie ontrafeld: waarom uitgerekend het gortdroge Wintelre nu het natste ‘rampgebied’ is
MET VIDEOWINTELRE - Boeren hebben het al tot rampgebied verklaard. In de kletsnatte omgeving van Wintelre en Vessem is de oogst nu al deels verloren. Terwijl dit normaal juist de allerdroogste ‘kop’ is van de hele Kempen. Hoe kan dat?
Lucas van HoutertBron:ED
Vanuit de lucht lijken het de Friese meren wel. Vliegtuigpassagiers op de terugweg kijken hun ogen uit als ze vlak voor de landing over Wintelre en Vessem vliegen. ‘Niet normaal dit.’ Ook wie de dronebeelden ziet die akkerbouwer Rob van Selst afgelopen weekeinde maakte (zie onderaan artikel), kan het nauwelijks geloven.
Plassen glinsteren zover het oog reikt. Akkers staan blank, weilanden soppen van het nat. En zo is het al maandenlang. En dat op een van de allerdroogste plekken van Brabant.
,,Loonwerkers beginnen het seizoen altijd in Wintelre, omdat het hier als eerste droog is”, weet boer Hans Huijbers jr. Maar nu stuurt hij zijn bestelwagen langs de natste plekken rond Wintelre, soms glibberend over zompige modderpaden. ,,Normaal staat het grondwaterpeil hier drie tot vier meter diep, en in de zomer wel zes of zeven. Maar nu hooguit een halve meter.” Soms staat het grondwaterpeil eerder bóven het maaiveld.
Hij stopt zijn wagen bij het Grootmeer, precies tussen Wintelre en Vessem. Wie het kent, weet dat het eerste stuk vanaf de oever meestal bestaat uit gebarsten leem en het water zich ver heeft teruggetrokken. Maar nu staat het 80 centimeter hoger, zegt Huijbers. Bijna tot aan de weg.
Een oude sloot die bijna dicht is
Boeren en de gemeente hebben de oude afvoer inmiddels provisorisch hersteld, maar waarop voert het ven af? ,,Op een oude sloot die nooit is onderhouden en bijna dicht is. Hij is er nauwelijks nog en dus stroom het water gewoon door het bos.”
Waar het uit het bos komt, zoekt het zijn weg over de percelen van een boomkweker. Honderden verdorde boompjes laten zien waar dat toe leidt. Laurierstruikjes, conifeertjes - alles bruin. Even verderop staan dennen en pollen pijpestro in een flinke laag water. ,,Eigenlijk is dit de top van een berg.”
Waar is het fout gegaan in het normaal zo gortdroge gebied?
,,Daar denken wij natuurlijk ook over na”, zegt Jeannette van Boerdonk van Waterschap De Dommel. ,,Want dit is een van de hoogste en droogste koppen van ons gebied. En nu is het misschien wel de natste hoek.”
Het regelde zich vanzelf
Het schap had er nooit veel omkijken naar, zegt de hoogwatercoördinator. ,,Er waren geen grote sloten die onderhouden moesten worden. Als iedereen zijn land kon beregenen wanneer het droog was, dan regelde het zich verder vanzelf.”
Eigenlijk heeft ze daarmee al een deel van de verklaring gegeven. Waar in lang vervlogen tijden wel degelijk sloten zijn gegraven, zijn die de afgelopen decennia steeds meer verwaarloosd. Ze werden niet meer gemaaid of uitgegraven, groeiden dicht en werden zelfs gedempt.
Iets dichter bij de sloot ploegen
,,Er is daar ook een ruilverkaveling geweest”, weet Van Boerdonk. ,,Als een boer een kavelslootje tussen twee percelen heeft liggen en hij heeft daar de laatste tien jaar geen water gezien, dan is het vrij gemakkelijk om die ploeg even iets dichter bij de sloot te zetten. Na twee jaar zie je er niks meer van. Dat was geen enkel probleem, voor ons leverde het ook geen problemen op met de waterafvoer.”
Tot nu dus. Boer Huijbers wijst op zijn akker waar eigenlijk aardappelen in moeten maar nu een koppel eenden zwemt. 11.000 kuub water heeft hij er al afgepompt, het helpt geen zier. ,,Daar moet het water in dit gebied doorheen”, wijst hij op een slootje dat nauwelijks zichtbaar is in het hoge gras. ,,En ik zal je vertellen dat het verderop in het dorp zelfs is dichtgegooid. Met vergunning.”
Het is een hoog gebied, maar het is ook een heel vlak gebied
Jeannette van Boerdonk, Waterschap De Dommel
Van Boerdonk is nog niet uitverteld. Want de sloten die er wel liggen, wateren maar matig af. ,,Het is een hoog gebied, maar het is ook een heel vlak gebied. Dus als er water valt, dan komt het niet zo heel makkelijk tot afstroming.” En inderdaad: de smalle Koemeersloop die Wintelre droge voeten moet geven, kabbelt onschuldig richting Eindhoven. Alsof er niet miljoenen kubieke meters water het gebied uit moeten.
Dan zijn er natuurlijk nog de oude vennen. In de boerenkeuken van Hans Huijbers jr. doceerde zijn vader Hans sr. al hoe het hele gebied tussen Antwerpen en Maastricht er vroeger uitzag: zoals de Loonse en Drunense duinen. Stuifzandgebied met dennen. De wind blies daar kommen in, vertelde hij. Tot op oude leemlagen, waar regenwater niet doorheen kon.
Wegen met ven, dijk of vliet
Vroeger lag de streek vol met vennen; niet voor niets eindige heel veel wegen op 'ven', 'dijk’ of ‘vliet'. Deze vennen zijn verdroogd en onzichtbaar opgegaan in het landschap. Maar die ondoordringbare leemlagen liggen er nog wel degelijk, waarschuwt ook Van Boerdonk. En die verhinderen nu dat het water snel de grond in zakt.
Dat is dus hoe het komt. Met als extra discussiepunt de vraag of het waterschap er wel goed aan doet om water vasthouden voorrang te geven op water afvoeren.
Maar onder boeren in het gebied gaat nóg een verklaring rond, vertelt Huijbers aan de rand van het bijna overlopende Grootmeer. ,,Zo veel water, dat valt door regen niet te verklaren”, vindt hij. ,,Wij denken dat Brabant Water, dat hier een pompstation heeft, extra spoelwater loost.” Het hoge water in het ven zorgt vervolgens voor kwelwater in de omgeving, is de theorie.
Een bodempje in het Grootmeer
Die wordt door een woordvoerder van Brabant Water naar het rijk der fabelen verwezen. De hoeveelheid spoelwater die wordt geloosd is gerelateerd aan de drinkwaterproductie, legt hij uit. Aangezien Brabant niet meer is gaan drinken, is de hoeveelheid spoelwater hetzelfde als in voorgaande jaren.
Alleen in tijden van droogte wordt wel eens extra water geloosd, voegt de woordvoerder nog toe. ,,Dat is om te zorgen dat er in elk geval nog een bodempje water in het Grootmeer blijft staan.” Het lijkt een werkelijkheid uit een ver verleden.