En die officiële metingen - op anderhalve meter boven een grasveld in een weerhut in een open terrein - is dikwijls totaal niet representatief voor metingen in stadstuintjes, in de bebouwde kom en op wat grotere hoogte op een balkon. Daar waar het bij dit weer op de open meetpost buiten de stad nog relatief koel wordt in de nacht, bijvoorbeeld 15 graden, is het op veel plekken in de tuintjes en in de stad dan 18 tot 20 graden.
Heel vaak meet ik in mijn kleine tuintje een temperatuur die gelijk is aan Wageningen-Veenkampen, of is de afwijking hooguit 0,1 of 0,2 graden. Maar afgelopen nacht had ik een minimum van 18,6 graden, terwijl het bij 'Veenkampen' 15,6 graden werd. Een verstrekt normaal verschil van 3,0 graden, wat dus vaak voorkomt, tijdens rustige, heldere nachten.
De oriëntatie van mijn tuintje is zo dat de temperatuur tussen 7 en 10 uur sneller oploopt ten opzichte van 'officieel' en daarna wat meer stagneert. Dat is nu eenmaal het microklimaat in mijn tuintje. Jouw balkon op het NW als ook de bomen in de buurt creëren hun eigen microklimaat, wat specifiek voor die meetplek geldt. Na een aantal jaren meten op hetzelfde plekje, weet je precies hoe dat microklimaat er uitziet en hoe de verschillen met de officiële stations uitpakken, gegeven de weersomstandigheden.