Als we de laatste opers van GFS en EC erbij pakken dan zien we in de nacht van maandag op dinsdag een thermische vore van zuidwest naar noordoost over de Noordzee trekken met op de as een convergentielijn. Hier laten de modellen voornamelijk in het noordoosten buien op ontstaan, 's ochtends op middelbaar niveau maar 's middags mogelijk ook vanaf de grond. Elders is er sprake van weinig convergentie.
In de loop van de middag ontstaan onweersbuien boven het Central Massief in Frankrijk en het Saurland in Duitsland. Dit zie je vaker in situaties met zwakke forcering. Als je de T850 kaarten bekijkt dan zie je dat deze het sterkst toeneemt (een paar graden) boven bergachtige gebieden, gevolgd door lokale convergentie en tot slot buien. Op de outflow ontstaan weer nieuwe buien. Onzeker is hoe ver westelijk de buien kunnen komen. Schering is matig met 20 kts en CAPE is maandagavond 3000 J/kg, dinsdagavond 2000 J/kg. In beide situaties is er 15 g/kg waterdamp beschikbaar, maar de verticale temperatuurgradiënt tussen 850 en 500 hPa neemt af van 8°C/km naar 7°C/km.


