Voor de koudebehoefte van bepaalde vegetatietypen of plantensoorten is vorst ook goed, om de kiem- en knoprust te doorbreken. Verder voor de meeste soorten eveneens te koel om goed te kunnen groeien.
Voor de meeste diersoorten ligt het thermisch optimum voor hun leven ook hoger, zeker bij koudbloedige dieren. Veel zoogdieren zijn bij dergelijke waarden in winterslaap. Maritiem Arctisch of Subarctisch leven is er over het algemeen wel prima op aangepast. Echter zit de kern dan in het laatste woord van de voorgaande zin.
De meeste schimmels en bacteriën groeien ook het beste of snelst bij temperaturen boven de 20 graden, maar veelal beneden de 35 graden Celsius.
Eigenlijk is het vooral positief voor mossen en toendravegetatie (die in Nederland van nature niet voorkomt), plus wat schimmelsoorten.
Wat dat betreft is vanuit de biologie bekeken een VnV-temperatuurbereik ook redelijk Vleesch noch Visch.
Quote selectie
( 119)
( 84)
( 139)