Het is een kurkdroog voorjaar, maar die trend lijkt niet door te zetten. Nieuwe voorspellingen wijzen erop dat mei, juni en juli niet zo droog worden. Maar ook niet kletsnat.
redacteur landbouw en voeding
Het neerslagtekort, de combinatie van regen en het verdampen van water door warm weer, staat nu op 54 millimeter. Dat komt dicht bij de 5 procent droogste jaren. Bijvoorbeeld 1976 was ook een heel droog jaar. “In grote delen van het land is de stand van het grondwater lager dan normaal voor de tijd van het jaar”, zegt De Graaf.
Maar er is hoop voor de natuur en boeren die smachten naar water. De wetenschappelijke organisatie van de Europese Unie, Copernicus, die onderzoek doet naar onder meer klimaat en weer, kwam donderdag op basis van modellen en waarnemingen van meteorologische satellieten met de verwachting dat de komende drie maanden niet extreem droog en ook niet zeer nat gaan worden.
De neerslag en de verdamping worden ingeschat op gemiddeld, vertelt De Graaf. “Als die verwachting uitkomt, brengt dat verlichting.” Toch is het verstandig, vindt zij, dat waterschappen nu eerder maatregelen nemen om droogte te temperen dan in eerdere jaren.
“Waterschappen weten uit ervaring dat het nodig is. Ik denk dat het goed zou zijn om het nog eerder te doen, want hoe eerder je in een droge lente begint met grondwater sparen of water opslaan dat er wel is, hoe beter je de zomer doorkomt. We weten niet hoe het dit jaar gaat lopen. Wat we wel weten is dat droge zomers vaker voorkomen.”
In het westen van Nederland leidt het gebrek aan water in de rivieren tot meer verzilting. Er sijpelt zout zeewater naar de binnenwateren. Dat is schadelijk voor de natuur en de landbouw. Het hoogheemraadschap van Delfland pompt daarom zoet water vanuit het Brielse Meer naar het westen om de opmars van het zoutere water tegen te houden.
De droogte is niet alleen het gevolg van een gebrek aan regenval in Nederland. Ook het gebrek aan regen in Duitsland speelt een grote rol, plus weinig sneeuwval afgelopen winter in de Alpen. Daardoor stroomt minder water via de rivieren naar Nederland.
De grote rivieren en het grondwater zijn communicerende vaten; er stroomt grondwater naar de rivier als daar minder water staat. “Een gevolg van de lage stand van het grondwater is dat planten niet meer met hun wortels bij het bodemvocht kunnen. Boeren hebben daarvan last, maar zeker ook de natuur. Rond beken en sprengen gaan planten die niet tegen droogte kunnen gewoon dood”, zegt De Graaf.
Nederland moet aan droge zomers wennen. “We moeten er ook op reageren”, voegt De Graaf daar aan toe. “Voor boeren betekent het: minder water sproeien. En ook minder met zware machines op het land rijden. De kleine poriën onder het maaiveld worden dan niet in elkaar gedrukt zodat er ruimte blijft om water vast te houden.”
Niet alleen de boeren moeten in actie komen, vindt De Graaf: “Mensen zouden hun gras niet moeten sproeien in mei en ook niet de rest van de zomer. Dan maar geen groen grasveldje. Verzin iets anders. Denk aan planten die goed tegen droogte kunnen.”