Dank voor het delen, dat zijn handige kaarten om de uitvoer wat te duiden.
Het bodemvochtkaartje heeft een nogal creatieve schaal door alle "fasen" relatief te maken, maar als ik het goed lees zijn er zelfs behoorlijk wat gebieden in de Benelux die al beneden "permanent wilting point" zitten (bruin, lager dan geel). Dan is normaal gesproken transpiratie ,per definitie, zo goed als nul, en verdamping uit de bodem erg laag. In de som van verdamping zitten er ook wat plekken met minder dan ~8mm op 15 dagen, dus ongeveer 0.5mm/dag, wat erg laag is.
Voor de meeste gewassen zal "stress" als gevolg van watertekort ongeveer halverwege veld capaciteit (CAP neem ik aan) en PWP zitten, afhankelijk van bodem/gewad. Daaronder neemt de verdamping dan af ten opzichte van referentie/potentiële verdamping.
Een gebied als de kop van Overijssel, rond Steenwijk, is normaal gesproken toch redelijk goed verdampend gras/akker. Daar is minder dan 1mm/dag wel erg weinig, zeker ook omdat er in April nog zo'n 45mm gevallen is.
Iets naar het oosten op het zand bij Havelte wordt het een ander verhaal, daar zal het voor vegetatie beschikbare water inmiddels misschien wel de beperkende factor zijn.
ECWMF reduceert de (gewas)weerstand overigens lineair tussen veld capaciteit en permanent wilting point. Wat een ongebruikelijke combinatie is van Jarvis-stijl weerstand met een lineaire reductie. Die laatste wordt meestal juist gebruikt icm een referentie/potentiële verdampingswaarde (gewasfactoren methode). En meestal gebeurt dat pas vanaf een waarde die lager is dan veld capaciteit.
Misschien dat ze daarom al reduceren vanaf veld capaciteit, of wellicht is het een soort hack om te compenseren voor een gebrek aan subgrid-parameterisatie. Een combinatie van verschillende parameterisaties levert altijd een wat gedempte respons op.
Een lineaire reductie op verdamping ziet er conceptueel meestal uit zoals de onderstaande afbeelding, met andere waarden afhankelijk van bodem+gewas.
