Wat er gebeurt is dat de warmte in het nieuwe klimaat vaker onder anticyclonale omstandigheden optreed. Vaak icm goed in bovenkamer doorgetimmerde warme ruggen.
In het oude klimaat kwam de warmte regelmatig ook voor aan de oostflank van aankomende troggen. De zonaliteit en dynamiek was vaker een aanwezige in ons weer. De barokliene zone lag zuidelijker. Zodoende was de lucht vaak vochtiger, was er vaker shear, cyclonaal gekromde circulatie, koudere bovenluchten enz. Ook de grenslaag werd onder deze omstandigheden niet zó warm.
Quote selectie
( 91)