Als een lichtstraal op een waterdruppel valt, dan wordt het meeste licht in de voorwaartse richting verstrooid en maar een klein deel wordt teruggekaatst. Bij wolken die vlakbij de zon staan zie je daarom wel eens een gouden randje terwijl (dunne) wolken die min of meer tegenover de zon staan weinig licht weerkaatsen en daarom nogal donker overkomen.
Bij dikke wolken is het verhaal omgekeerd. Als deze dicht bij de zon staat, dan komt er bijna geen licht meer doorheen en oogt deze dus donker. Maar een buienwolk die tegenover de zon staat is juist heel veel fel omdat bijna al het licht uiteindelijk teruggekaatst wordt.