Wim is een liefhebber van zon en warmte, dat is duidelijk. In hoeverre heeft hij gelijk betreffende zijn mening over de hoeveelheid zon in Lomm (Arcen) gedurende deze julimaand? De nuchtere cijfers:
Van de 22 dagen tot dusver, waren er vijf zonnig (minstens 12 uur zonneschijn). Drie waren vrij zonnig (8 tot 12 zonuren). Zeven dagen leverden 'zonnige perioden' op (4 tot 8 uur zonneschijn). Vijf dagen kwamen niet verder dan 'af en toe zon' (2 tot 4 zonuren), en tot slot waren twee dagen ronduit somber of zelfs zonloos (maximaal 2 uur zonneschijn).
Gezien de voorkeuren van Wim. zijn alleen de zonnige en vrij zonnige dagen écht genietbaar. dat was dus op 8 van de 22 dagen het geval. Op 14 dagen werd de zon geregeld of zelfs vaak door wolken afgeschermd. Volgens de statistiek mag dan ook in Arcen de zon (iets) bovengemiddeld hebben geschenen, maar als zonliefhebber heeft Wim dus wel een punt dat hij het desondanks toch een tikje vind tegenvallen.
Dat staat dus helemaal los van het feit dat klimatologisch bezien het in menige julimaand dus nóg meer zal tegenvallen.
En om tot slot mijn eigen mening te geven: ik vind het prima als in de zomer de zon geregeld achter wolken verdwijnt en er ook geregeld een bui valt. Ook de temperaturen zijn momenteel prima, veelal tussen 20 en 25 graden. Ook hier zijn de sokken al wekenlang uit en de korte broek wekenlang aan.
Dank voor je reactie Tom. En dit laat mooi zien dat beide 'kampen' een beetje gelijk kunnen hebben maar het statistische kamp meer recht van spreken heeft. Want de meteorologie is nu eenmaal gebaseerd op harde cijfers en niet gevoel of beleving.
Tja, het gaat hier niet alleen om gelijk te willen halen maar vooral om te verduidelijken hoeveel onze voorkeuren uiteen liggen zoals je zo mooi schetst in mijn geval. En dat gevoel en beleving nu eenmaal een belangrijke factor is. Want mijn gevoel over de zomer van de afgelopen weken vloeit simpelweg voort uit de voorkeur die mijn lichaam en geest hebben wat zomerweer betreft.
Tel daarbij ook op dat er in de laatste zomers wisselvallige en voor het gevoel bij tijd en wijle regelmatig anti zomerse episoden bestonden die gemiddeld wél anderhalve graad hoger liggen dan de zomers van voor 2010. Tijdens deze perioden maken die extra graadjes niet heel veel verschil voor het zomergevoel maar wel degelijk voor de statistiek. De zomers van het verleden leggen het om deze reden (klimaatverandering) standaard af tegen de huidige zomers. Het is voor die zomers dus niet eerlijk deze een Grote te gaan noemen puur omdat het gemiddeld steeds warmer wordt. Minima waren in de zomers van het oude klimaat ook steevast lager gemiddeld. Maar een droge en zonnige periode toen zou alsnog veel meer zomergevoel genereren dan een wisselvallige maar zachte zomerperiode in het huidige tijdsgewricht. Maar dit verdwijnt grotendeels in de statistiek door klimaatverandering.
Het is dus allemaal niet zo doodsimpel als Rikkie het probeert te schetsen.
Quote selectie
( 104)