Oftewel het gemiddelde van alle KNMI stations in Nederland. LH5 zijn 4 uithoeken en De Bilt, ook niet representatief voor 75% van het land.
Zeker in de tegenwoordige tijd waarbij alles geautomatiseerd gemeten en vastgelegd wordt is zo'n gemiddelde zeer eenvoudig te berekenen. Hoeft het KNMI niet eens personeel voor vrij te maken.
Dat is ook mogelijk maar zal naiwelijks afwijken van De Bilt. En dan: ook de statistiek bijhouden/maken sinds 1901. Van alle weergegevens. Als dat simpel te doen is, waarom niet? Stel de vraag eens bij het KNMI. Ik denk dat ik het antwoord wel ongeveer kan raden.
Natuurlijk zijn regionale weergegevens interessant. Bijvoorbeeld: 15 tropische dagen op rij in Maasstricht in 1976. Of: een vijfde koudegolf in Rotterdam in 1963, waar De Bilt er slechts vier had . Het koudegetal van Eelde was aanzienlijk hoger dan in De Bilt in 63; ik geloof iets van 472. Of vijf dagen onder -20 in Ten Post in 1979. En hoe zat het ook weer met de hittegolf in Eindhoven in 2018? Was die niet extreem lang?
Maar voor mij geldt: een goede beoordeling van extremen is pas mogelijk met behulp van statistiek. Is er bv een lijst met hittegolven in Eindhoven? Sinds welk jaar? Etc, etc.
Quote selectie
( 68)