Waar het oude klimaat gematigder zomers had met relatief veel onweer en koudere winters met veel meer sneeuw en puike, zeer variabele tussenseizoenen, blinkt het Nieuwe Klimaat uit in het Grote Niets: maandenlang staalblauwe saaie dooie meuk van april tot september en maandenlange lauwe grijze dooie meuk van november tot februari. Oktober en maart variabel. Ondanks de grijsheid in de donkere maanden een rap zonniger wordende winterperiode. Ook dat is mij een doorn in het oog. Oostenwind kennen wij immers niet in de winter, dus wat hebben we aan een zon? Die brengt geen kou en knusheid. De herfst brengt nauwelijks ouderwetse regenfronten en stormen. De lente is vaak een monotoon zomer-aperitief. Elk seizoen is zijn charme verloren.
Quote selectie