We blijven wel (ruim) onder 2018 en 1976. Zo zie je maar weer dat Z76 toch wel een pak droger verliep dan deze zomer, daar er naar deze zomer wel vaker werd gerefereerd de laaste weken/maanden
Beetje kort door de bocht natuurlijk. Deze grafiek toont het landelijk gemiddelde in Nederland op basis van 13 meetstations. Zoals je hier al meermaals kon lezen, is er dit jaar een groot verschil tussen het zuidwesten en het noordoosten van Nederland.
De meteorologische lente (de maanden maart, april en mei) verliep dit jaar zeer droog in een deel van Vlaanderen en Nederland. Het KMI-station in Oostende bijvoorbeeld mat amper 32 mm. Dat is de droogste lente in de meetreeks vanaf 1951. Hetzelfde geldt voor Koksijde.
Bij uitbreiding verliep het groeiseizoen tot nu toe droog. De data van Oostende en Koksijde van dit jaar die ik online vind, klopt niet helemaal. Op basis van omliggende meetstations kom ik op een 2de of 3de plaats in de meetreeksen. Na 1976, maar voor of rond andere droge jaren. Gelukkig viel er dit jaar in de nacht van 31 juli op 1 augustus een pak neerslag. Tot dan zaten een aantal locaties in Vlaanderen niet zo heel ver van 1976. Als KMI-data toegankelijker zou zijn, zou ik nog even doorgaan.
In Vlissingen staat groeiseizoen 2025 op de 2de plaats op vlak van droogte in de meetreeks, na 1976 (en dus voor 2018, 2022, ...). Daar de 2de droogste lente in de meetreeks, na 2011 en voor 1976. In Eindhoven droogste groeiseizoen sinds begin van de metingen in 1985. Wilhelminadorp het droogste groeiseizoen sinds begin van de metingen in 1989. Woensdrecht het droogste groeiseizoen sinds het begin van de metingen in 1993.
Mij lijkt het dus logisch dat je zo'n droogte met een ander extreem jaar vergelijkt.