Zo veel tekst heb ik nog nooit gezien bij modelbeoordeling en onzekerheden.
Modelbeoordeling en onzekerheden:
Actueel zit Ha43 wat betreft de wolkenbasis op het koufront/CAD redelijk op de actualiteit, zij het iets aan de negatieve kant. De basis moet t.g.v. wat kustconvergentie landinwaarts nog wat gaan dalen, waarbij aan de achterzijde in het uiterste oosten de basis nog even kan zakken onder 500 vt (EC18 laat dit zien, de volgende Harmonie-runs zullen dit waarschijnlijk wel overnemen). Verder kunnen de zichten in de buiige (mot)regen op de CAD behoorlijk teruglopen, aangezien dit de bekende mengvorm van coalescentie en wat convectie is bij erg natte profielen. Bij de mist van komende nacht zien we wel heel grote verschillen tussen Ha43 en EC. Ha43 laat in de rugas en -wat ten noorden ervan- mist ontstaan, dat vervolgens uitbreidt en pas in de loop van de middag advectief het noorden verlaat. In het zuiden houdt middelbare bewolking de vorming ervan tegen. EC (na enkele runs amper mist te berekenen) laat juist in het zuidoosten mist ontstaan en heeft in EC18 de rugas ook scherper en zuidelijker dan Harmonie. Vervolgens lost in de ochtend deze mist door het toename van de middelbare bewolking op. Kortom, waar de rugas zich bevindt zal (de eerste en dichtste) mist ontstaan, maar de positie van de as is momenteel nog wat onduidelijk in combinatie met hoe noordelijk de middelbare bewolking van het warmtefront zich al bevindt. Aangezien er toch nog wat wind blijft staan lijkt me dat de mist in Ha43 i.i.g. te vroeg ontstaat. Hoe later de mist zich vormt, hoe meer bewolking kans heeft om de vorming weer tegen te gaan. Kortom, complex. Waarschijnlijk aan de koude kant voor de tijd van het jaar, qua neerslaghoeveelheden zijn er amper afwijkingen te verwachten. De overgang naar een geleidelijk kouder en overwegend droog weertype zit al runs op rij duidelijk in het EPS. Deze overgang gaat tijdelijk gepaard met een korte periode waarbij de stroming grotendeels wegvalt en de lucht nog relatief vochtig is. Komend weekeinde en begin volgende week zien we hierdoor kans op mist in de nacht en ochtend, vooral aankomende zaterdag. Vanaf begin volgende week wordt de aangevoerde lucht geleidelijk droger, maar aangezien de brongebieden (nog) niet koud zijn en de aanvoer over een grotendeels sneeuwloos traject gaat, zal de temperatuur tot aan kerst rond het langjarig gemiddelde liggen. Vanaf -en vooral na- kerst lijkt koudere lucht onze omgeving wel te kunnen bereiken en neemt de kans op ijsdagen landinwaarts toe naar 10-15% (was bij het EPS van 1712 nog 15-20%) in combinatie met ca. 30% kans op matige vorst in de nacht en ochtend. Dit laatste is hoogstwaarschijnlijk wat overdreven, omdat de minima door Sc-velden (die boven het nog relatief warme zeewater van de Oostzee gevormd worden) waarschijnlijk getemperd gaan worden. Het EPS schat de hoeveelheid zonneschijn (en dus ook opklaringen in de nacht) bij de eerste winterse (noord)oostelijke stroming vaak te positief in. Verder kan het zo rond de kerstdagen opvallend koud aanvoelen (zeker in verhouding met het zeer zachte weer van de laatste dagen), mogelijk met gevoelstemperaturen enkele graden onder het vriespunt. Het is wel dat het centrum Scandinavisch hoog de laatste runs wat zuidelijk wordt gepositioneerd, waardoor het sterkste windveld voornamelijk ten zuiden van ons wordt berekend. De onzekerheid over de koudere periode is de laatste runs wel wat toegenomen. De optie waarbij de rugas zuid van ons land wordt berekend is terug van weggeweest in combinatie met een aantal leden waarbij de echt koudere lucht ons land gewoonweg niet kan bereiken. De oostflank van het Scandinavisch hoog is dan te oostelijk gepositioneerd (in totaal is dit 30% van de leden). Naast dat het vrijwel droog blijft (neerslagkansen 10-20%), blijft ook de kans op winterse neerslag verwaarloosbaar. Een witte kerst zit er dan ook dit jaar niet in, het maximaal haalbare lijkt een enkele (mot)sneeuwvlok uit aangevoerde Sc-velden. Wanneer richting oudjaar de stroming waarschijnlijk noord(west)elijk wordt neemt de kans op (winterse) neerslag pas wat toe (50% kans op neerslag, waarvan 30% winters). Hierbij zal ook een verzachting volgen (aanvoer via relatief warm zeewater), de vraag alleen is of dit slechts van tijdelijk aard zal zijn of dat er een langdurige periode volgt van zacht(er) weer (50/50).
Quote selectie
( 199)
( 879)
( 633)