Namelijk, één van de mogelijke uitkomsten binnen het gehele ensemble.
Vervolgens kan je uit het ensemble afleiden hoe waarschijnlijk die optie is (is er steun en zo ja, hoeveel), waarbij dit nooit nul is.
Bij weinig of geen steun kan gesteld worden dat een dergelijke uitkomst (heel) onwaarschijnlijk is, maar omdat het altijd gaat over iets dat in de toekomst moet gaan plaatsvinden, kan je nooit stellen dat het onmogelijk is.
De reden dat wisselingen opvallen, ligt in het feit dat de Oper kaarten nauwlettend gevolgd worden én dat de Oper makkelijk zichtbaar is binnen het ensemble.
Heb er nooit werk van gemaakt, maar ben er van overtuigt dat als je de individuele leden van run tot run in detail zou bekijken en daarna zou kijken hoe deze in het ensemble liggen, je een zelfde springerigheid zal zien.
