Pien 2 dagen voordien pakken sneeuw, en er viel geen vlok
, alle symphatie voor wijlen de man natuurlijk...
De modellen voorspelden toen een inzettende WC na een kwakkelperiode die ons eerder een witte kerst opleverde en die kort na nieuwjaar stopte en uitmondde in zonalisering. Op vrijdag 3 januari 1986 verkondigde Armand Pien dat we twee dagen later, op zondag 5 januari 1986, uitgezonderd de kuststrook wel eens een dik pak sneeuw zouden kunnen krijgen met een redelijk zuidelijk duikende actieve storing en ruim 24 uur voorafgaand aan de echt inzettende verzachting. Hij stond daarin volkomen alleen; geen enkele andere meteoroloog (ook niet in het KNMI in Nederland) zag iets anders dan de intense regen bij de licht positieve dauwpunten en een 2m T van 3° à 4° C die EC voorzag. Pien was echter een ervaren meteoroloog die zag dat de parameters voor sneeuw die zou blijven liggen toch wel eens net vervuld zouden kunnen worden, voornamelijk omdat de modellen zeer veel neerslag voorzagen waardoor de overgang naar droge sneeuw in de grenslaag door intensiteit en langdurigheid zouden worden bevorderd. Resultaat was op zondagochtend inzettende zware regen in heel het land (en grotendeels ook Nederland), die echter na een uur overging in zware sneeuwval wat uiteindelijk in het centrum van het land bijna 20 cm sneeuw opleverde, weliswaar van de natte zware soort, maar het lag er toch. Niemand had dat voorspeld. Bon, de volgende ochtend was het sneeuwliedje over, maar de échte Winter (met hoofdletter W) zou wel nog komen dat jaar, met de meest memorabele februariwintermaand (na 1956) én een Elfstedentocht op 26 februari 1986.
