De nieuwe radars van het KNMI zijn dual-polarizatie radars (de KMI-radar in Jabbeke is dat trouwens ook), en data van die radars levert niet alleen een beeld op van de neerslagintensiteit, maar geeft ook wat informatie over de vorm van hydrometeoren, en de variatie in vorm binnen een radarbin.
Een dual-polarizatie radar zendt namelijk zowel horizontaal als een verticaal gepolariseerde pulsen uit. Als bvb de horizontale afmetingen van de reflecterende objecten groter zijn dan de verticale, dan zal de intensiteit van het gereflecteerde signaal bij een horizontaal gepolariseerde puls groter zijn dan bij een verticaal gepolariseerde puls. Niet alleen de intensiteit van het gereflecteerde signaal is dan echter anders, ook de fase van het signaal.
De correlatie-coëfficiënt is dan een maat voor de consistentie in het intensiteits- en faseverschil tussen de gereflecteerde signalen van beide polarisaties, waarbij het gaat om de consistentie tussen de opeenvolgende pulsen die per radiaal worden uitgezonden (dat zijn er meer dan 1). Als de vorm van de objecten in een radarbin sterk verschilt, dan zal de correlatie-coëfficiënt relatief laag uitvallen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een mengsel van hydrometeoren. Als de vorm van de objecten binnen een radarbin daarentegen erg uniform is, dan zal de correlatie-coëfficiënt bijna 100% zijn (zoals pure regen, of pure sneeuw).
Hopelijk is het een beetje duidelijk Het is geen al te makkelijke materie.
Quote selectie