In het voorjaar verscheen de publicatie 'Het raadsel van de verdwenen hittegolven', door Rob de Vos, Marcel Crok e.a. In navolging daarvan heb ik contact gehad met zowel de auteurs als het KNMI, om allereerst te kijken of de homogenisatie binnen acceptabele marges kon worden geproduceerd.
Ik heb de methode nagebouwd en uitgevoerd in het statistisch pakket R, net als het KNMI. Het technisch rapport beschrijft de methode grondig, maar een paar cruciale details hebben de auteurs van de hittegolven-publicatie via e-mail van het KNMI gekregen (staan ook in de publicatie). Daarmee kan ik vrijwel exact alles nabootsen.
Wat cijfers voor de periode 1901-1950:
- 77 tropische dagen, de officiële cijfers tellen 76 dagen (zonder homogenisatie 164)
- 7 hittegolven, de officiële cijfers tellen er ook 7 (zonder homogenisatie 23)
Het gemiddelde verschil in maximumtemperatuur met de officiële homogenisatie is 0,04 graden. Een T-toets op de verschillen tussen de KNMI homogenisatie en mijn reproductie levert p=0.5690 op.
De figuren tonen de correcties per percentiel van mijn reproductie en de KNMI homogenisatie (figuur 16 uit Brandsma, 2016).
Gr. Ben
Spreidingsdiagram reproductie versies KNMI-reeks:
