Al jaren geleden heb ik voor De Bilt de vorstsommen uitgerekend van alle winters sinds 1901, om deze te kunnen vergelijken met het Hellmanngetal. Die info treffen jullie hieronder aan, gerangschikt van 'koud' naar 'warm'.
Omdat ik destijds gebruik heb gemaakt van de 'oude' (niet gehomogeniseerde) temperatuurreeksen, staat bij mij winter 1963 nog steeds bovenaan. Van ieder winterseizoen (1 november t/m 31 maart) staat ook het aantal vorstdagen, ijsdagen en 'zeer koude' dagen vermeld. Een 'zeer koude' dag heeft een minimumtemperatuur gehad van -10,0 graden of lager. De kleuren daarnaast geven een indicatie van het karakter van de winter; lopend van 'streng', 'koud', 'aan de koude kant', 'gemiddeld', 'aan de zachte kant' 'zacht', naar 'zeer zacht'; met als grenzen (uitgaande van honderd winters, namelijk die van de 20e eeuw) 0-10%, 10-20%, 20-40%, 40-60%, 60-80%, 80-90% en 90-100%.
Doe er je voordeel mee! (P.S: de huidige winter heeft nu al een vorstsom van 15,5 punten in De Bilt, een aantal dat vorig jaar pas op 28 december werd bereikt.)