Tegenwoordig wordt veel gebruik gemaakt van LIDAR data en referentie windturbines in de omgeving, windsnelheid extrapoleren vanaf een meting op de grond gebeurd volgens mij zelden meer. Bij de windparken die Bart in zijn overzicht heeft staan zal dit denk ik nog wel een veel gebruikte methode zijn geweest, want die parken zijn ouder. Desondanks blijft de vraag wel hoe Bart aan de verwachtingen komt, het want volgens mij beschikt hij niet over de bijbehorende wind rapportages?
Ja precies, dat bedoelde ik. Het gebruiken van 10 m masten gebeurde misschien 30 jaar geleden in de begindagen van het de windenergie maar tegenwoordig zal een bank nooit een project financieren gebaseerd op dat soort metingen. Zoals je zegt zullen er altijd meting rond hubhoogte vereist zijn. En het andere gedeelte wat onzin is dat men dan een power law gebruikt: als dat al gebeurt zal men altijd de wind op twee hoogtes meten en met die twee hoogtes de macht uitrekenen en daarmee extrapoleren. Als je de power law gebruikt met een standaard macht (bijv. 0.14) is de onzekerheid veel te groot.
De HYDRA rapporten van het KNMI gebruiken een log-profiel en geostrophic drag law (a la WAsP), wat sowieso al een stuk beter is dan een power law, aangezien het gebaseerd is op de fysica. Maar die methode vereist dan wel weer dat je een goede ruwheidsschatting van de omgeving maakt (en eigenlijk ook atmosferische stabiliteit).