Ik heb hier zelf ook nog wat aan gerekend. Ik heb voor alle data de verhouding uitgerekend tussen de door RWS opgegeven waterstand en de afvoerhoeveelheid. Van de waterstand in NAP heb ik 5 meter afgetrokken, dat zal zo ongeveer de hoogte van de rivierbodem zijn. Dat levert het onderstaande plaatje op. We zien dat vanaf ongeveer 1971 de verhouding geleidelijk wordt aangepast. Vanaf ongeveer 2000 gebeurt dit heel geleidelijk, grote sprongen zitten er niet in. Wel merkwaardig is het laatste stukje, zoals Alphons ook al opmerkt. Nu worden er opeens bij gemeten waterstanden weer lagere afvoeren berekend. Een verklaring zou kunnen zijn dat de rivierbodem een stukje is opgehoogd, dat is niet helemaal duidelijk.
In de periode tot en met 1963 zien we nog opvallende uitschieters naar beneden. Dat zullen allemaal strenge winters zijn. Vermoedelijk is er dan door ijsvorming een ander verband tussen waterhoogte en waterafvoer
Zie je die ophoging niet ook aan de oplopende onderkant van de laatste grafiek?
Nee, die oplopende onderkant komt juist doordat rekening wordt gehouden met het uitslijten (erosie) van de rivierbedding, waarbij de bodem dus lager komt te liggen. Alleen in het laatste jaar is dat dus afwijkend. De vraag is dus waarom. Ophoging van de bedding zou een valide verklaring kunnen zijn.
Dat snap ik niet: bij deze formule wordt daar toch per definitie geen rekening mee gehouden? Stand - 5 meter heeft geen informatie over de bedding in zich. Dan zou je die 5 meter moeten laten verlopen in de tijd.
Het berekenen van de totale waterafvoer uit de gemeten waterstand heeft RWS al gedaan. Ik probeer na te gaan of daar een logisch verband tussen is, en waar mogelijk probeer ik om de bevindingen van Alphons nog wat te verfijnen. Mijn invoer is zijn de door RWS aangeleverde gegevens: gemeten waterstand en berekende afvoer.
RWS heeft vermoedelijk als invoer: de gemeten waterstand, de gemeten of geschatte waterdiepte, het profiel van de rivier ter hoogte van Lobith inclusief uiterwaarden, de gemeten stroomsnelheid in het midden. En misschien houden ze nog rekening met andere obstakels in de buurt van het meetpunt.
Mijn aanname van 5 meter voor de hoogteligging van de bodem is ook maar een gok, maar voor het opsporen van sprongen maakt dat niet zo veel uit.