Ik kon het altijd moeilijk begrijpen, tot iemand het heel eenvoudig uitlegde. Je moet de aarde zien zoals alles dat draait. Aan de buitenkant van de draaicirkel (de evenaar) beweegt hij het snelst, en aan de binnenkant van de draaicirkel (bij de polen) het langzaamst. Wanneer een deeltje een meridionale verplaatsing heeft, gaat het dus van een plek waar de snelheid groot is, naar een plek waar die laag is, of andersom. Het 'krijgt' dus zonale snelheid mee van waar hij vandaan komt (bij een zuid-noord-beweging) of het komt juist van een plek waar die snelheid lager is dan op de plek waar het heengaat (bij een noord-zuid-beweging).
Quote selectie