Kort gezegd, overdag is de grenslaag 'gekoppeld', er is uitwisseling tussen aardoppervlak en de lucht erboven door warmtestromen en de invloed van wrijving. Als de lucht gaat afkoelen krijg je dat op gegeven moment de warme, onstabiele lucht vanaf ca. 100 meter tot de top van de grenslaag (~1,5 km) ontkoppeld raakt van de grond. Er is geen invloed meer van de warmtestromen en belangrijker ook geen wrijving meer. Je krijgt dan dat de wind gaat toenemen (minder wrijving = meer wind) boven de koelere lucht vlak bij het aardoppervlak. Deze windtoename zorgt voor het samenkomen, convergeren, van lucht. Hierdoor kunnen buien ontstaan, blijven bestaan en/of beter doorgroeien.
Quote selectie