Dat klopt. Vooral eiland- en zoetwaterecosystemen zijn erg gevoelig voor invasies van uitheemse soorten.
Het klopt ook dat beide soorten het systeem zodanig aanpassen dat deze ongeschikt wordt voor een rijke bosflora. Heb zelf veldwerk op de Veluwe verricht waaruit dit steeds naar voren kwam. Witte klaverzuring en dalkruid willen nog wel in douglaspercelen groeien, de meer kritische soorten zoals bosanemoon en fraai hertshooi zul je er niet aantreffen. Onder Japanse lariks- en Thujapercelen is er vrijwel geen begroeiing. In het beste geval is er verjonging van Amerikaanse vogelkers.
Zullen deze karakteristieke bossoorten a.g.v. directe concurrentie uitsterven? Nee, maar zowel de aantallen als de verspreiding zullen wel afnemen. Gezien de enorme graas- en recreatiedruk, versnippering van natuurgebied en de stikstofdepositie kan een extreme weerssituatie er zomaar voor zorgen dat het lokaal einde verhaal is.
Bij natuurlijke processen zou het inderdaad survival of the fittest zijn, maar nu pakken we een aantal organismen van verschillende continenten, mixen ze en hopen er het beste van... Resultaat is dat alles op elkaar gaat lijken.
Qua inheemse soorten is dit ook het geval trouwens, de floradestricten zijn amper nog te herkennen in het Nederlandse landschap. Fluitenkruid was een soort van de rijke gronden en kon vooral in het rivierengebied en op de zeekleigronden gevonden worden. Door eutrofiëring groeit deze nu praktisch overal, zelfs op de 'arme' pleistocene zandgronden, en verdringt ze de kwetsbaardere vegetatie.
Quote selectie