Vaak is het ofwel de grootschalige meteorologische setting of processen in de bovenlucht, ofwel toeval. Buien hebben een levenscyclus van groei, vallen van neerslag en uitdoven/uitregenen. Dit is het beste te zien bij 'pulse storms', die bestaan uit zo'n enkele buiencel die zijn levenscyclus op nagenoeg dezelfde plek doormaakt. Bij meer georganiseerde buien volgen de cellen elkaar op in zo'n cluster, en dan kan het bij een toevallige samenloop van omstandigheden wel zo zijn dat de actieve cel uitdooft net voor een rivier en de opvolger pas ver na het oversteken zover doorgegroeid is dat deze neerslag (en evt onweer geeft). Dan lijkt het of de rivier de bui tegenhoudt of uit doet doven, maar dan is dat in werkelijkheid niet zo (niet door de rivier).
Zo wordt de Noordzee of het IJsselmeer ook vaak verweten de oorzaak te zijn van ofwel tegenvallen van buiigheid ofwel juist opleven van buiigheid. Natuurlijk zien we vaak dat temperatuur en vochttoevoer invloed hebben op convectie, maar hoeft niet altijd de doorslaggevende factor te zijn. Het kan soms ook convergentie onderin of juist divergentie in de bovenlucht zijn die buien doet ontstaan ('triggeren)'. Of als je aan de verkeerde kant van een vore ligt (zoals jullie waarschijnlijk dit weekend), waardoor je ofwel een ongunstige luchtsoort aangevoerd krijgt ofwel niet 'onder een/de dynamische trigger' ligt.
Het weer is een samenspel van meerdere factoren en de balans ligt in iedere situatie net weer wat anders. Als je alleen op uiterlijke kenmerken (waaronder ik dan even visuele waarnemingen buiten, maar ook evt radarbeelden/loops schaar) oordeelt dan ben je gezien de complexiteit in de atmosfeer kort door de bocht bezig.
Quote selectie