Zonder mechanisatie zouden we alles op spierkracht hebben blijven moeten doen. Daar kom je maar zover mee.
Echter, door voortdurende technologische innovaties zit er praktisch geen rem op de hoeveelheid energie die we onszelf ter beschikking hebben gesteld.
En met die enorme hoeveelheden energie zijn er ook veel materiele dingen mogelijk geworden, waardoor de economische omzet voortdurend is gestegen.
Probleem zit hem in tenminste twee dingen:
1. Als de mogelijkheden er zijn, dan reizen we meer (ook voor werk), wonen we confortabeler en kopen we meer of betere producten. Beschikbaarheid creëert vraag. Als men anderen ziet genieten van (over)consumptie, dan is het moeilijk om niet mee te doen, als is het maar een beetje. Mensen zijn toch wezens die zich met elkaar vergelijken in status, bezit, etc. Weinig mensen willen leven zoals een paar eeuw geleden, ook al weten we dat de voetafdruk nog altijd veel te groot is. En soms kan het niet eens, door de structuur van de samenleving, de wetgeving, de noodzaak om ver te reizen voor een baan, et cetera.
2. Economische macht geeft militaire en politiek macht. Een goed draaiende economie is niet alleen leuk voor de welvaart van de inwoners van een land, maar ook voor de machtspositie van dat land. Aangezien macht uiteindelijk bepaalt wie de dienst uitmaken, kun je hier niet omheen. Militaire macht is bovendien (evenals de economische concurrentieposie) van technologie afhankelijk. Zonder technologische innovatie komt een land daardoor uiteindelijk in de problemen. Met die innovatie op den duur ook, maar dan op een heel andere manier.
De doos van Pandora is eeuwen geleden door de mechanisatie geopend. We kunnen de deksel er helaas niet zomaar meer opzetten.
Het leven is er een stuk interessanter door geworden, maar dat zal niet voor de eeuwigheid van de mensheid zijn.