Het KNMI meet op verschillende manieren de gevallen neerslag. Dat gebeurt op 33 van de 35 automatische weerstations (AWS), de reguliere stations van het KNMI. Daarnaast zijn er 325 speciale neerslagstations, die bijgehouden worden door vrijwilligers, en soms ook door professionals die te maken hebben met waterbeheer. Ten dele liggen deze neerslagstations op korte afstand van de AWS-stations, onder de zelfde naam.
Bij de automatische metingen wordt met korte intervallen (10 minuten) de neerslag afgetapt. Op de neerslagstations gebeurt dat één keer per dag handmatig (8:00 UT = 9:00 wintertijd). De twee methodes geven een opvallend verschillend resultaat, waarbij de neeslagstations bijna altijd op een hoger totaal uitkomen, zie tabel.
De vraag is dan natuurlijk: Wat kan de oorzaak zijn van deze verschillen? Er kunnen waarschijnlijk meerdere oorzaken zijn.
Quote selectie