Die invulling geef je er zelf aan en kan je onmogelijk weten.In elke kaart is iets te zien, te weten: weeromstandighedenNogal logisch, aangezien het weerkaarten betreffen.Hetgeen sommigen er echter in menen te zien en er run na run met veel bombarie over schrijven, klopt niet en de pluimen en ensembles ondersteunen dat.Jammer genoeg mag je dat niet zeggen, want dan ben je negatief of erger nog.
Kaarten puur herleiden naar 'weersomstandigheden' is minimalistisch. Toegegeven, we willen weten of het gaat vriezen of niet, of het gaat sneeuwen of niet, maar om daar verwachtingen over te kunnen uitspreken is meer nodig dan de rauwe uitvoer in de vorm van een pluim (of DMO).
Een voorbeeld om te illustreren dat er meer aan relevantie bestaat dan de rauwe output in de vorm van data over het weer op anderhalve meter hoogte is de kaart (grafiek) van de verwachte stromingspatronen van het ECMWF, Daarin de kans op een blokkade op de oceaan (paars), een westcirculatie (blauw), een blokkade (rood), en een mengvorm (groen). De publicatie van een dergelijke berekening door Reading laat zien dat er een zeker nut bestaat om in te schatten wat voor soort stromingspatroon we kunnen verwachten. En dat is precies wat sommigen hier op het forum proberen te doen.
Om mijn punt duidelijk te maken een omgekeerd voorbeeld. 3 december 2013 vroor het bijna vier graden in De Bilt. Mooie output in de pluim misschien,,, maar dit vond plaats onder een warmbloedig hoog met zero vooruitzicht op duurzaam winterweer. Zo kun je ook de 'kou' van eind december 2006 kwalificeren en nog veel meer van dergelijke plaklaagkou zonder uitzicht op continuering. Kou in de pluim (DMO) kan ook 'misleidend' zijn.
Voor mezelf maak ik in deze gevallen graag gebruik van een onderscheid uit de biologie: fenologie en genologie. Fenologie, hoe waardevol ook, beschrijft alleen datgene wat zich biologisch manifesteert, genologie daarentegen houdt zich bezig met de genen die ten grondslag liggen aan wat in het lichaam tot uitdrukking komt. Recessieve factoren kunnen dan misschien niet meteen zichtbaar zijn, maar wel eventueel in toekomstige generaties.
Weerkaarten lezen doe ik vooral 'genologisch', ikzelf kijk naar veranderingen in de stromingspatronen, eventueel met relevantie voor teleconnecties (zoals de stratosfeer), de loutere invulling voor het weer aan het aardoppervlak teken ik pas in een paar dagen vooruit, binnen het bereik van modellen als harmonie en aperge. Ik lees daarom met plezier de reacties van forumleden op wat we vier keer per dag voorgeschoteld krijgen, amper kijk ik naar de DMO (wat betekenen die letters eigenlijk?). Het heeft weinig nut naar die output te kijken, zo ver vooruit, als dat je kritiek betreft kan ik die goed begrijpen. Alleen de grote lijnen interesseren mij.
De grote lijn nu wordt treffend weergegeven in het plaatje van EC. Het grootschalige patroon (zie plaatje 2) van een zuidelijke straalstroom met alle nattigheid vandien, inclusief zachte nachten en zero kans op winterweer wordt mogelijk eindelijk doorbroken. Alleszins een kaartbespreking waard.
