Ik moet hier nog eens heel goed over nadenken, maar mijn gevoel zegt me dat het een en ander niet volledig klopt.
...dan een krimping van de wind in het aambeeld door de vertragende invloed van verticale impulsuitwisseling. De dynamische drukgradiënten worden denk ik veel belangrijker dan de achtergrond-drukgradiënten. Die divergentie in het aambeeld zorgt daarom vermoedelijk voor convergentie op hetzelfde niveau even verderop, aan beide zijden van de lijn i.p.v. alleen aan de linkerzijde (beschouwd met de geowind in de rug).
Dit is niet alleen een vermoeden overigens. Op de kaarten van Wetter3.de wordt ook divergentie op 300 hPa geplot. Daar zie je dat het maximum in divergentie precies samenvalt met het actiefste deel van de convectie. Als Victors theorie klopte dan zou je divergentie aan de warme kant van de (lijnvormige) convectie verwachten en convergentie aan de koude kant.
Bovendien: vóór de vorming van buien waait de wind aan de grond zelden min of meer parallel aan de isothermen. Eerder onder een hoek (er is dus al warmte-advectie), t.g.v. de turbulente frictie met het aardoppervlak + de vorming van een convergentielijn.
Kern van dit verhaal is dus: zo'n grootschalig buiencomplex creëert z'n eigen dynamica.
Groet,
Alwin
Quote selectie