Wat ik op de website vind, is dat dit aan de hand van heel veel weerstations zijn. Deze worden in een hydrologisch model gestoken en daarmee wordt dan een output gegenereerd. Op die manier is het ook makkelijk om een klimaatgemiddelde te vinden (door gewoon vorige observaties in het model te steken).
Dit is ook hetgeen globale modellen vaak problemen mee hebben. Een weermodel bestaat uit verschillende delen. Je hebt als het ware een land-surface model en het atmosferische deel. Het land-surface model loopt vaak "los" van het andere deel, omdat dit enerzijds input verwacht van de meteorologische variabelen, maar het atmosferische deel wacht ook op de output van het land-surface model. Het is die uitwisseling - of dus het land-surface model - die foutloopt bij GFS.
Der Dürremonitor wird jede Nacht aktualisiert. Dazu werden Daten von ungefähr 2500 Wetterstationen des Deutschen Wetterdienstes genutzt, die qualitätsgeprüft und dann auf das 4 km Raster interpoliert werden. Dabei kommt ein External Drift Kriging Ansatz zur Anwendung, der die geographische Höhe als Zusatzinformation nutzt. Diese Daten treiben das hydrologische Modell mHM an, mit dem u.a. die Bodenfeuchte simuliert wird. Durch den Vergleich der Bodenfeuchte mit dem langjährigen Erwartungswert kann dann der Bodenfeuchteindex (SMI, Samaniego et al. 2013) berechnet und der Dürrezustand ermittelt werden (s.u. "Was bedeutet Dürre?").