De titel van het artikel lijkt me wel te kloppen ('Klimaatverandering versnelt de waterkringloop')
Een deel van de toegenomen warmte/energie in de atmosfeer uit zich als meer waterdamp, het andere deel als intensificatie van de neerslag (en dus van verdere energie-spreiding).Nee, een langere verblijftijd geeft geen versnelling (..)
Klopt, dat schijf ik ook niet.
Verder is het me niet duidelijk wat je met je tweede zin bedoelt.
Dank. Je hebt me gemotiveerd mijn redenatie-traject nog eens goed te doorlopen, waardoor ik een onjuiste aanname van me tegenkwam. Intensificatie van de neerslag hoeft niet het gevolg te zijn van méér energie-verschillen.
Een paar redenatie-stappen:
1. Het thermodynamisch evenwicht aan het aardoppervlak wordt voor het overgrote deel bepaald door inkomende zonnestraling. Er bestaat een thermisch evenwicht (rond 14°C) doordat de aarde evenveel energie weer terug de ruimte in stuurt als dat het ontvangt, maar dan van lagere frequentie (infrarood/warmte) en meer verspreid qua richting.
2. Broeikasgassen als CO2 en CH4 blokkeren voor een deel de uitgaande straling. Dat verstoort het evenwicht. De aarde ontvangt nu meer energie dan dat het uitzendt. Er vindt daardoor energie-ophoping plaats die die voor een warmere atmosfeer (en oceanen) zorgt. Inmiddels meer dan een graad.
3. Dat zorgt voor toegenomen verdamping, met meer waterdamp in de atmosfeer tot gevolg. Aangezien waterdamp zelf ook een broeikasgas is die voor demping van uitgaande straling zorgt, versterkt dit effect zichzelf voor een deel.
4. Er niet méér energie van de zon op aarde terecht. Er hoeft dus ook niet méér energie verspreid te worden, als gevolg van verschillen tussen evenaar en polen, of tussen dag en nacht.
5. De hoeveelheid energie in de vorm van warmte op aarde neemt welliswaar toe, maar niet zozeer in 'bruikbare' vorm die de dynamiek van het weer kan aandrijven.
6. Wat veroorzaakt dan de intensificatie van weersfenomenen? Wat veroorzaakt de contrastvergroting tussen droog en nat?
Hoe precies zorgt een temperatuursstijging in absolute zin voor toename van verschillen?
Ik probeer zo goed mogelijk te begrijpen waar positieve feedbackloops die voor zulke verschillen zorgen, vandaan komen.
Ben er nog niet helemaal uit.