Jouw verhaal verdient wel de nodige nuancering.
Ten eerste is het zoetgehalte in de bovenlaag van de Noordelijke IJszee een stuk lager dan een gemiddelde Oceaan met grote ruimtelijke variatie. Dit komt door het vele smeltwater en toevoer van vooral Siberische rivieren. Het veel zoutere water, wat onstaat bij de vorming van nieuw ijs, zakt door haar grote gewicht naar de diepte en vormt de motor voor de thermohaliene circulatie. Gevolg is dat het vriespunt van arctisch zeewater vaak hoger is dan -1,5°C.
Daarnaast is het smeltpunt van ijs nog altijd 0 graden omdat het geen zout bevat. Bij bevriezing van zeewater wordt het zout uitgewrongen en hoopt zich op in poriën en kanaaltjes in het ijs. Daarin wordt de zoutconcentratie zo hoog dat dat water niet bevriest. Via een netwerk van kanaaltjes stroomt dat zoute water naar de onderliggende zeewater en voegt zich tot de daalstromen van de THC. Bij het afsmelten in de zomer is het o.a. het contact met zout zeewater wat het ijs doet smelten. Maar hierbij zou je misschien beter kunnen spreken van 'aanvreten' net zoals bij pekel op de weg.
Uiteindelijk zijn de energiestromen voor het afsmelten van poolijs divers en is de fysica daarvan zeer complex. Dat maakt dat het lastig te vatten is en dus ook moelijk te duiden wat de effecten van bijvoorbeeld zomervorst is op het afsmelten van het ijs. In discussies over het noordpoolijs heeft ieders argument wel een kern van waarheid.
Ik denk dat het arctische gebied het meest complexe deel is van het klimaatsysteem. Zo complex dat het weinig zin heeft om conclusies te trekken op basis van welke trend dan ook, laat staan prognoses.
Victor
Quote selectie