Ik heb even gekeken in m'n boek over atmosferische fysica en 't is zoals ik min of meer dacht: het water bevriest inderdaad gewoon bij -1,6°C of nog lager, dus niet bij 0°C, maar het ijs dat ontstaat is inderdaad vrijwel zoutloos (heb jij gelijk in). Het zout dat uit de wateroplossing wordt 'geperst', een vorm van moleculaire dynamica (zie
hier), terechtkomt in het water eronder terecht en draagt zo bij aan het zoutgehalte van dat water. Dit noemen ze
brine rejection, ofwel de 'uitpersing van pekel'.
Het water onder het ijs krijgt dus een hogere dichtheid. Dit water zinkt door convectie en het vervangende water ondergaat hetzelfde proces. Dit resulteert in ijs van zuiver water met een oppervlaktetemperatuur gelijk aan het vriespunt van het oorspronkelijke water. Op grote schaal resulteert het proces van
brine rejection en het zinken van zout water met hogere dichtheid in de oceaanstromingen die dergelijk water van de polen vandaan transporteren (jij schreef het ook al, dit was mijn aanwijzing). De potentiële gevolgen van mondiale opwarming en de afsmelt van land- en zeeijs kan je hiermee zelf wel bedenken.
Zeewater, ook in de Noordelijke IJszee, bevriest dus (helaas, zou je bijna zeggen) bij -1,5 tot -2,0°C en niet bij 0°C. Het proces van
brine rejection heeft geen invloed op het oorspronkelijke smeltpunt c.q. vriespunt van het water. De waargenomen zoutheidswaarden in die regio duiden er ook op dat er geen overduidelijk zoet water is, wel een -relatief voor zeewater- laag zoutheidsgehalte (tot 28 PSU).
Gr. Ben
Quote selectie